zaterdag 21 oktober 2017

Oktober 2017

Het waait en het kleurt geel en groen buiten op het plein. Vanuit mijn bed kan ik het in stilte gadeslaan,  het ruisen van de bladeren mag ik erbij denken. De zon is op haar retour. Ik ga haar over twee weken maar eens opzoeken in
Gambia. De door gekko's ondergepoepte Roundhut wacht. En Pap wacht. Regelmatig schreeuwt hij dwars door de slechte verbinding heen:" Hello Mama! I miss you! How are you? Are you ok? Hello Mama!" Als ik om informatie vraag omtrent de compound - staan de planten er nog? .. de coco niet opgegeten door de koeien?  - hoor ik alleen nog maar gekraak. Teken dat het einde van het gesprek nabij is.
Het wordt dus gokken. Ook wat betreft mijn aankomst. De afgelopen keren kwam de vliegende start rond middernacht  letterlijk tot stilstand. Daar stond ik dan met zeventig kilo bagage op de airport en niemand die me hielp of afhaalde. Het staat in mijn geheugen gegrift evenals de keer dat Omar bij aankomst in de Roundhut Mama wilde laten verwijderen door de politie. Het maakt het er allemaal niet relaxter op.
Ook deze keer heeft Omar de kaarten flink geschud. Hij woont inmiddels in zijn huis tegenover de Roundhut en bepaalt wie er wel en niet op de compound komt. Hij werd dan ook laaiend toe ik hem appte dat Pap het gras zou gaan knippen en zijn vrouw het huis zou schoonmaken voor ik kom.
"Is my grass! Nobody cut my grass!"  gilde hij hysterisch door de telefoon.
Ik heb mezelf gezworen dat ik niet ga roken om de stress het hoofd te bieden. Wat ik wel ga doen? Diep ademhalen, denken dat het zielig is als je zo op je eigendommen - gras!! - zit en wederom diep ademhalen.
De kaarten zijn geschud. Over twee weken zullen we het meemaken.
Ik ga maar een nieuw vrolijker blog beginnen met de originele titel "Gambia2018". Meer zit er op dit moment even  niet in.

maandag 26 juni 2017

35

De zon staat laag achter de mangobomen. Het waait heerlijk koel de compound over. Alles ruist en kwettert, twittert, piept en tsjilpt. De enorme regen vanochtend heeft de bomen en planten schoon gewassen.  Zittend met een biertje op de veranda na - gelukkig mijn laatste - Koriteebezoek aan familie, probeer ik de vogelgeluiden in ABC te vertalen. De super-kraai ter grootte van een flinke kater roept in plaats van Kraa-kraa Grauw-grauw. Een zwart-wit-grijs vogelpaar in de maleinaboom roept Allright Allright! Verderop wordt er geblaft door een vogel. Ik zie hem niet maar een hond hoog in de boom lijkt me pas  echt gek. De kleine vinkjes met hun helblauwe buikjes in de sinaasappelboom zijn eigenlijk de enigen die 'normaal' tsjilpen.
De regen was overweldigend. Compleet met gedonder en zoveel lawaai op het golfplaten dak dat je mekaar niet kon verstaan. Deed ik een rondedansje van vreugde dat het hopelijk gedaan is met emmers water slepen, Malang zocht meteen zijn inmiddels veel te kleine winterjas met capuchon op. En zo verschillen we van referentiekader. De lol begint flink af te nemen als ik met de jeep de binnenweg naar de Hoofdweg neem. Plassen als meren waarbij je geen idee hebt of ze diep zijn. Je gokt maar wat. Probeert met twee wielen op het droge te blijven, maar dat resulteert soms in schuin op zijn kant gaan en als het tegenzit middenin vast komen zitten. De 4wheeldrive gebruik ik tot nu toe nauwelijks, maar vandaag moest ik tot twee keer toe de wielen flink dwars zetten en gas geven met de vierwielaandrijving aan. De terugweg was nog verrassender. In plaats van rechtdoor naar huis, bleek er geen andere mogelijkheid dan tussen de bomen naast de plassenweg door te laveren. Als ik die route een paar keer genomen heb ontstaat er vanzelf een pad, denk ik maar.
En dan nog een nieuw fenomeen. De vliegjes/vlindertjes die met miljoenen tegelijk het zand bevolken na de regen, je auto bedekken en in je neus gaan zitten. En daarom ben ik nu 'verbannen' naar de veranda. Ik moest van Mama namelijk flink spuiten voor het donker wordt. Deuren en ramen dicht. Dit in tegenstelling tot wat het meest logisch is als je thuiskomt: alles tegen elkaar open zetten. Het biertje dat ik inmiddels op had werkte zo ontspannend dat ik per ongeluk de woonkamer met multispray besloot. Olie die alle vastzittende onderdelen van ijzer in een mum oplost. Ik had het pas door toen ik zag wat voor gerichte dunne straal ik richting het plafond stuurde. Help!!
Ik wil de schade niet weten. Spoot met de goede spuitbus nog een keer en glipte de voordeur uit.
En daar zit ik nou. Binnen is het nu niet alleen warm, maar het stinkt er ook tweerlei. Maar van vliegjes/vlindertjes heb ik vast geen last  vannacht.

donderdag 22 juni 2017

34

Het loopt tegen zevenen als Malang en ik in de jeep stappen. Toch maar de accu naar de timmerman brengen om op te laden, want in het donker zitten is een gepasseerd station. Met Kerstverlichting zeker. Als er iets is waar ik geen zin in heb  in deze fucking Ramadantijd is het wel sfeerverlichting. De meeste batterijen zijn trouwens leeg of half verwijderd. Vraag me niet waarom. Met de aankoop van de nieuwe accu had ik gedacht deze te kunnen verwisselen met de autoaccu. Oplaadprobleem opgelost. Helaas. Natuurlijk heeft hij niet de juiste afmeting om in de behuizing van de jeep te passen. Meten is weten. Maar ik loop nou eenmaal niet met een meetlint op zak en dus geloofde ik de verkoper op zijn Gambiaanse gezicht dat het dezelfde maat had. Stom.
We dumpen de vuilnis ook meteen maar even en rijden het dorp in. Misschien even langs Pap om te kijken of de uitnodiging voor Koritee  - het Suikerfeest, de bekroning op het een maand vasten - nog geldt. Malang is nu eenmaal een moslimjongetje. Zijn nieuwe kaftan hangt klaar en het is wel zaak dat ik zorg dat hij bij de grote moskee in Gunjur komt.  Zelf heb ik een jurk laten maken. Niet omdat ik ook maar iets met Koritee heb, maar voor Malang.  Bij Pap's compound aangekomen zit iedereen al achter zijn potje om binnen een kwartier de vasten te breken. Pap heeft om zijn hoofd een opgerolde doek geknoopt - eerst horizontaal en daarna verticaal over de wangen , onder de kin. Hij ziet eruit als een oud wijf. Zijn gezicht spreekt boekdelen. Die is aan het doodgaan. Of iets wat daar op lijkt.
"Mama I have toothache. Since yesterday I cannot sleep" klaagt hij jammerlijk. Zieke mannen in Nederland kunnen er wat van, maar deze slaat alles. Kordaat haal ik zes paracetamollen uit mijn rugzak.  Twee voor nu, twee voor morgenochtend en twee er tussenin. Want als ik zeg 'voor het slapen gaan' werkt dat niet. Wanneer gaat hij slapen? Er moet gebeden worden. Het liefst van een tot vier uur in de ochtend. En dan overdag geen mens meer zijn. Ik ken dat van Mama. Die komt geen afspraak meer na sinds ze  met haar vrienden's nachts aan het bidden slaat.
Verschrikt pakt Pap de paracetamol aan. "I cannot take it . I am vasting!"
Wat een idioot! Ten eerste is de vasten binnen vijf minuten over en ten tweede hoeven zieke mensen niet te vasten. Mijn geduld en begrip is na een maand echt op.
"Ok, dan niet." besluit ik overduidelijk geirriteerd. Al die tijd heb ik geprobeerd respect op te brengen voor het totaal onbegrijpelijke dogmatische vasten-gedoe. De koek is op.
In het donker rijden we naar huis. Malang met een bordje zeeslak op schoot. Overheerlijk volgens Pap en klaargemaakt door zijn kersverse echtgenote. Bij het kruispunt stop ik.
"You buy bread?" vraagt Malang zachtjes. Ja dat is het plan.  Ik steek mijn hoofd uit het raampje en geef het eerste de beste kind  dat me Toubaboo! groet, opdracht om een brood voor me te kopen. Ik prop de stok brood in krantenpapier in mijn rugzak en start de jeep. Op naar huis. Inmiddels is het over achten. Tja , geen licht dus als we thuiskomen. Ik loods Malang over de donkere compound naar de Roundhut (hij is nog altijd bangig in het donker) en ontsteek een WakaWaka voor hem. Zelf moet ik terug naar de jeep om de autoaccu eruit te halen zodat we 'normaal' licht zullen hebben. Ogenschijnlijk geen probleem. Behalve dat de motorkap niet meer dicht wil.
Na tien keer keihard laten vallen begrijp ik dat ik op onderzoek uit zal moeten. Met een zaklamp bestudeer ik het slot, spuit het in met een vage spuitbus en hoop er het beste van. Nog tien keer klappen in de donkere nacht en ik heb het echt gehad. Stik de moord! Ik wil net weglopen als de zaklamp toevallig in de richting van het scharnier schijnt. De kier is aan de linkerkant veel groter dan aan de rechterkant.  Dan zie ik er een moer tussenuit steken. De pool van de accu zit er tussen geklemd. Zucht, hoe dom kan je zijn. Ik rommel nog wat heen en weer en opeens valt hij met een klap in het slotje. De accu had ik ondertussen al aangesloten op het fantastische netwerk van kale rode en zwarte draden en verlicht zowaar de  palo.
Malang zit stilletjes aan tafel met de kat op schoot. Die begint meteen te mauwen dat ie eten wil. Eerst Malang maar eten geven. Ik schuif het bordje met zeeslak naar hem toe en breek en stuk brood af. Zo at Pap het ook. Hij geeft geen krimp.
"You dont want it? Why do you let me buy bread?!" vraag ik boos en keer me om naar het aanrecht om de rijst op te warmen.  Even later zit hij boven zijn bordje rijst en eet niet. Hij heeft geen mazzel met mij als de rek eruit is en ik brul ongecontroleerd: "Eat! verdomme.." De zeeslak raakt hij niet aan. Ik geef het voorbeeld en schep de bruine prut die nog het meest op glimmende lever lijkt, over mijn rijst. Of het lekker is interesseert me niet. Ik ben een voorbeeld, meer niet. Ik spoel het weg met een flesje Malta waar ik namaak whiskey in gedonderd heb.  Het is verre van gezellig en de eerste traan biggelt over Malangs wangen. Je bent te ver gegaan Tien, kijk nou. Als een volleerde Afrikaanse moeder sommeer ik hem op te houden met huilen. Helpt niet, natuurlijk niet.
"Kom maar even bij me dan, "  temper ik mijn stem in de hoop nog enigszins goed te maken wat ik vanavond al flink verpest heb. Met tegenzin kruipt hij op schoot en werkt zich er binnen een minuut weer af. Neemt weer plaats boven zijn bordje droge rijst. Of hij er iets bij wil, op wil, naast wil, geen antwoord. Koppig nu. Ik besluit hardop dat hij moe is. Dat het gewoon te laat is - inmiddels kwart over negen - en dat het dan altijd misgaat. Om hem een beetje te troosten maak ik heet water voor bad. Sinds een paar weken moet hij het 's avonds doen met koud water, wat hij niet lekker vindt. Maar het is 'hotseison' en we passen ons aan. Afkoelen voor je naar bed gaat. Vanavond dus niet. Hij snottert en snikt als ik koppen warm water over zijn lijfje giet. Eenmaal aan het huilen is hij bijna niet te stoppen. Ik wrijf zijn koppetje flink droog en wikkel de handdoek over zijn buik. In bed begraaft hij zich in het laken en lijkt niet tot bedaren te kunnen komen.
"Je bent moe schat, ga maar slapen. Zullen we nog zingen?"  Opeens komt zijn hoofd tevoorschijn en kijkt hij me helder aan. Tot mijn grote verbazing begint hij uit te leggen: " I am not tiered. It is because you go to Holland."
Een meteoriet had niet harder aan kunnen komen. Ik slik, weet bijna niet wat te zeggen.  Dat koppetje, wat daarin rondgaat. Shit!  Ik geef hem kusjes op zijn natte wangen. De mijne zijn ook niet meer droog.
"Nog 15 dagen lieverd!" En ik tel langzaam van een tot vijftien, alsof dat aangeeft hoe  ver weg dat nog is.  Ondertussen bedenk ik me hoe dat eruit zal zien voor hem. Samen met zijn broertje maar uitzoeken hoe en wat. Slapen gaan is doodmoe in een stoel achterover vallen. Eten is je hand ergens in de rijstpot steken.  Geen speelgoed. Geen djembe of balafoon. Geen boekjes , geen tekeningen maken. Niks niet.  En dan heb ik het alleen nog maar over materiele zaken. Niet over een moeder die, naast haar werk als juf op school,  liever niet dan wel aanwezig is. Altijd onderweg naar Namegivings of whatever andere 'verplichtingen'. Een oude vrouw, zelf hulpbehoevend, is de enige die - bedlegerig - altijd wel aanwezig is. Als ze niet weer in het ziekenhuis ligt na een mislukte amputatie van haar teen. Nee, het vooruitzicht is niet vrolijk. Maar we doen het er al zeven jaar mee. Het grote verschil is echter dat hij steeds meer bewust wordt en het ook kan verwoorden.
Ik waaier hem koelte toe in het donker en leg de kat naast hem neer. Het snikken wordt meteen minder en binnen enkele minuten heeft hij zich overgegeven aan zijn slaap. "I love you " fluister ik hem nog gauw even in en geef een laatste knuf. Pfffht! Dit gaat nog moeilijk worden.  Voor ons allebei.

donderdag 15 juni 2017

33

De 'mudflat' ligt droog en verlaten in de brandende zon. Aan de horizon palmbomen met daarachter de rivier en daarachter weer het dorp Kataque. Of Catac. Of Katak. Alles is mogelijk in dit land met honderd talen..
"Ga je mee naar de rivier?" vroeg ik Mama op de terugweg van de taylor die mijn Suikerfeestjurk klaar gemaakt had.
"Yes, I like it!" Wat ik niet zei, dat ik met de piroque over wilde steken naar bovengenoemd dorp in Casamance, Zuid Senegal. Herinneringen ophalend aan zeven jaar geleden toen ik het met Djanko op de fiets deed. Een bezoek brengen aan de oude man die manden vlecht, als hij nog leeft.
Bij de 'dam' gekomen met de jeep stoppen we. Niet verder gaan, zeiden de militairen bij het checkpoint. "Go walk."  Ik begrijp meteen waarom. Naast ons in de modder ligt een loodzware kraanwagen op zijn kant. Al een jaar lang. Niemand krijgt hem eruit. Als de regen komt staat de nu nog droge mudflat onder water en zal waarschijnlijk alleen nog het topje van het gevaarte te zien zijn. Ik check even de grond op hardheid, voor het geval ik ook in de 'zachte berm'  verdwijn.  Het kan er mee door, hoewel we in Nederland allang rechtsomkeert gemaakt zouden hebben. Offroad rijden leer je hier wel.  We gaan te voet verder. Schoenen uit want ondanks geen regen staat het 'pad' van lege oesterschelpen soms onder water. Waarschijnlijk wanneer het hoog water is, want de rivier staat direct in verbinding met de zee. Au! Au! de schelpen zijn scherp en Mama lacht me uit om wat ik nu weer onderneem. "Mamamusoo! , you want this, so do not cry.." waarschuwt ze me met zwaaiende vinger.
Bij de rivier is het lekker koel, een zacht windje aait over ons gezicht. De jongen peddelt ons over voor vijftig dalasis  over in zijn piroque - prijs voor heen en terug - en even later staan we in de bush die daarstraks nog horizon was. De mooiste mango's hangen in de bomen. Kleine, geel met rode blozende wangetjes. De grond ligt vol met dode bladeren en takken en ik ben voor het eerst echt bang voor slangen. Ik blijf dus op het zanderige karrespoor naar het dorp, om me heen loerend maar tevens genietend van zo'n overdaad aan natuur.
Bij het eerste huis van het dorp staan drie jongens ons verbaasd aan te kijken. Wat is er hier raar? vraag ik me af. Een toubab en een donker meisje, so what? Dan herken ik de langste. Ik zoek naar zijn naam. "Help me, you are.., your name please.."
"Maxim! Je m'appelle Maxim!" Aha.. Maxim, de zoon of de neef of de broer of of of ... van Pieta van Father School in Gunjur. De gepensioneerde hoofdonderwijzer die me een paar maal per week ijsblokken levert. Wat doet die hier in vredesnaam. Heel gewoon, zijn moeder woont hier. Ik krijg op verzoek een metalen kop met overheerlijk koel water aangereikt. Uit de put notabene. En helder!
Ik vertel dat ik op zoek ben naar de oude man die manden maakt en vraag of hij nog leeft. Ja,dat wel, maar later zal ik zien wat er nog van hem over is. Maxim brengt ons naar hem toe. Een mager mannetje  met kromme rug staart in het niets als we voor hem staan. Bijna blind is hij. En doof, blijkt als ik tegen hem ga praten. Zijn zus, of zijn vrouw of zijn buurvrouw posteert zich recht tegenover hem en begint tegen hem te schreeuwen wat ik net gezegd heb. Ze trekt aan het touwtje om zijn nek en schreeuwt nogmaals dat hij zijn 'lens' moet gaan halen. Op de tast schuifelt de man naar de deur achter hem en komt terug met een klein brilletje. Hij friemelt het om zijn oren en het onderzoek begint. Van boven tot onder wordt ik geinspecteerd alsof ik een legpuzzle ben. De vrouw brult nogmaals dat ik zeven jaar geleden ook hier was. Dat ik een mand van hem kocht. Dat herinner je je toch niet. Hij wel.  Op de fiets met Djanko uit Kartong. Zijn gezicht klaart op. "Yes! Yes'"  schreeuwt hij tegen me alsof ik ook doof ben.  Ik vraag de vrouw of hij nog steeds manden maakt. Want blinden kunnen een hoop bleek laatst weer toen ik een prachtig kleurig matje kocht, gemaakt door een blind meisje. De man krijgt er duidelijk zijn in. Hij draait zich om en gaat in redelijk gezwinde pas naar het buurhuis waar hij zijn werkplaats heeft. Ik zeg dat ik de manden wil zien en probeer ondertussen te bedenken wat ik verder ga doen. Ze kopen? Voor wie? Wat maakt het uit, de man is er misschien mee geholpen. Zie maar Tien! Hij sjouwt twee grote manden naar buiten en vijf kleine. "Do you want to sell them?" vraag ik via zijn zoon, die inmiddels gearriveerd is. Blij knikt iedereen ja. Ik vraag de prijs en betaal. Maar hoe krijgen we dit weer terug naar de jeep? In overmoedige bui posteer ik de vijf kleine manden op mijn hoofd en begin wiegend te lopen. Stomverbaasd over mezelf en het wonder van de zwaartekracht die klaarblijkelijk te trotseren valt. Maxim neemt op mijn verzoek  de mobiel om het op video vast te leggen. Helaas. Geen batterij genoeg meer, nog wel voor een paar laatste foto's. Het voelt heel bijzonder om zo rechtop wiegend meter na meter af te leggen.  Ik draai zelfs een rondje en neem de grote manden er ook nog even bij. Alles terwijl de vijf manden met daarin ook nog eens zes mango's  op mijn schedel balanceren.
Na vijftig meter, ik ben al een flink stuk het dorp uit gelopen, geef ik het op. Het gaat weliswaar zeer doen op mijn schedeldak, maar ze zijn niet gevallen.

Als ik terugkom zie ik de zoon op een bankje zitten met een (buur?)man die hem vasthoudt. De zoon zwaait zoekend met zijn armen, het hoofd naar beneden. Een eplileptische aanval naar later blijkt. Hij is nauwelijks in bedwang te houden en ik besluit te helpen. Samen met de man houden we hem in bedwang zodat de zoon zichzelf niet kan verwonden. Ik vraag om water, maak zijn gezicht nat en giet het resterende koele water over zijn kroeshaar. Onbestemde geluiden.  Ik praat tegen hem en langzaam tilt hij zijn hoofd op. Zijn ogen zoeken. Hij is in een andere wereld. De man laat me in het Frans weten dat hij maandelijks medicijnen slikt. En dat hij nu heel moe is. Hij wijst op het zand onder het afdakje. Daar zullen ze een mat voor hem neer leggen zodat hij uit kan rusten.
Pfft!  Zo handel je met iemand een koop af en zo is iemand vertrokken naar een andere wereld. Heel bizar.

Maxim neemt de vijf kleine manden voorop zijn fiets. Mama en ik nemen ieder een grote voor onze rekening. De dertig mango's die we gekregen hebben alsof er in Gambia geen mango's zijn, verdelen we over de rugzak en onze shirts die we als schort omhoog houden.  Het water is inmiddels gestegen en ik hoop de jeep goed aan te treffen. Na de oversteek zie ik al gauw het witte dakje, maar ik ben pas gerust gesteld als ik hem draaiend op de dam met te zachte zijkanten, gekeerd heb.  De zon staat een stuk lager. De militairen begroeten ons alsof we van een wereldreis terugkomen.  Met de jeep scheur ik door het mulle karrenspoor totdat de weg wat meer verhard is. Daarna tuffen we rustig naar huis.
Maar niet nadat we eerst een spontaan bezoek gebracht hebben aan mijn voormalig 'schoonfamilie' in Kartong. Lastig te vermijden want wonend aan dit karrespoor. Ook Djanko's moeder herinnert zich dat ik zeven jaar geleden een mand voor haar meebracht. Ik geef haar een van de twee meegebrachte grote manden. Dolblij verdwijnt ze in haar huis om terug te komen met een bos nieuwe rode uien. En het Suikerfeest, dat kom ik toch zeker bij hun doen?! Oei! Twee schoonfamilies en een Suikerfeest, hoe doe ik dat? Sponsordochte Mama helpt me uit de brand:
"No problem Mama, first day you do Tapha family, secondly Djanko." Hoe simpel.

donderdag 8 juni 2017

32

Ik zit net een uur in de wind op de veranda in de sixties stoel met een biertje. Dik verdiend, want al twee uur aan het koken geweest: kip met veel groenten en rijst. Wie zal daarvan mee genieten? Want 5x teveel voor Malang en mij. Maar dit terzijde.
Ik hoor gebonk tegen de deur. Door de kier eronder zie ik hoe Malang ongeduldig zijn voorwiel tegen de gammele poort ramt.
"Kanaale! Ik kom eraan!"
Hijs hijs uit de stoel, biertje gelukkig bijna op, slippers zoeken en naar de poort sloffen. Eenmaal open staat Malang lachend met een pakketje in zijn ene hand.
"Cadeautje? Present?" vraag ik blij.
" No, Matou say two is for you and one is for me.."
Als ik het papier openmaak kijken me drie vissen aan. Zijn moeder kan dit leuk bedenken, maar wie moet het doen?!
"I make already chicken for today. I can safe it for tomorrow."
Malang zakt als een plumpudding in elkaar en houdt twee knuisten voor zijn ogen. Nee nee, aub niet huilen. Daar heb ik echt geen zin in. Dus leg ik hem uit dat hij wat van de kip mag hebben alvast in de hoop dat wat geslijm helpt.
" No no, you dont understand! I am 'tap tap' ( vol). I want to put the fish on kembo ( houtskool)" antwoordt hij zowaar.
Ok, dit wordt werken. Houtskool aanmaken en vis schoonmaken.
"Give me half an hour to relax Malang, please."
Hij is een slim mannetje als hij niet in zijn huilbui blijft hangen. Gelukkig deze keer niet.
Ik voeg de daad bij het woord en neem weer plaats in mijn luie stoel. Tablet leeg. Er komt dus niks van mijn Ebook lezen.
Ik hang het tablet aan de accu en besluit direct maar aan de slag te gaan. De jongetjes zoeken op mijn verzoek een stuk golfplaat om de vis op te roosteren. Even omwassen, dan op de houtskoolbrander  en klaar is de barbecue.

Nog geen kwartier later staat Malang voor mijn neus met de gegrilde vis. Keurig van graten ontdaan.  Met twee vriendjes lijken ze een feestje te hebben. De djembé komt erbij en ik knijp de ketchup fles leeg op het bord met vis.
Wat had ik dit als kind geweldig gevonden!!!


maandag 5 juni 2017

31

Het is half vijf in de middag. De zon probeert de hele dag door de lichte bewolking te komen. Soms lukt dat, vaker niet. Toch is het heet. En benauwd. Na een te korte nachtrust - om 1 uur Malang laten piesen en dan zelf niet meer in slaap kunnen komen -  besluit ik te proberen een dutje te doen.  Mooi zou zijn als dat met alle ramen open kon, horren erin en klaar. Helaas. De horren zijn gemaakt van jong hout en passen voor geen meter meer. Rechtsboven klem, linksonder een kier van twee cm waardoor het hor lustig heen en weer wappert. Nog geen probleem als de poesjes er niet doorheen konden komen. Maar sinds die verbannen zijn naar buiten, na drie keer in mijn bed poepen, doen ze niets anders dan ramen en deuren opzoeken om in te breken. En dus zit ik nu zelf in een soort gevangenis. Dat moet beslist anders kunnen denk ik na twee dagen gezever. Een gummetje! Snij dat op verschillende maten en stop dat op diverse plekken in de kieren.  Het lijkt te werken. Onnodig te zeggen dat van een dutje niets komt. Buurkat PoezePoes doet sinds een paar dagen ook een flinke duit in het zakje. Ze krijgt 2x per dag eten en is kat-aan-huis. Eergisteren vloog ze steeds mijn slaapkamer in om zich te verschuilen in een bananendoos achter het gordijn. Aha! Het toekomstige kraambed!  Opeens zagen we  namelijk dat ze flink aan het uitdijen was. Doos naar buiten en samen met de kleine poesjes op de veranda een nieuw onderkomen creeren.
Eerlijk gezegd behoorlijk saai, want een poes hoort op de bank.
Ik probeer weer even hevig zwetend op bed te ontspannen in de hoop op een hazenslaapje als er een steen op het dak belandt. Jongens aan het klieren. Ik ga er maar weer uit en loop naar de veranda. Vijf donkere koppen duiken weg. Ik vraag wat ze moeten. Eerst geen antwoord. Dan verschijnt de een na de ander toch maar boven de - te lage - muur uit.
" A football" roepen ze eensgezind.
"I dont have" antwoord ik kortaf in de hoop van ze af te zijn. Maar nee, het geklier gaat natuurlijk verder. Malang roepen en bedreigen dat ze zijn moeilijk verzamelde cashews af gaan pakken etc. Inmiddels zitten ze wijdbeens op de muur en eentje maakt zelfs aanstalten de compound op te springen.  Ze kunnen niet zien dat ik achter het keukenraam sta en ga dan toch maar ingrijpen. Verstandig of niet.  Ik storm naar buiten en bulder met lage stem "en nu is het afgelopen! Al Taa! Opgedonderd!"
Ze rennen de bush in waar ik ze in de verte om de hoek van een muur zie loeren. Niets leuker dan een toubab treiteren die niet gestoord wil worden.
De poesjes houden zich gelukkig gedeisd. De oudste heeft zijn voorpootje om zijn nep-zusje geslagen.  Proberen maar dit een paar dagen vol te houden tot de kleinste begrijpt dat poepen op de bak gebeurt en dat er zeker niet op mijn bed geslapen wordt.
Regels zijn regels hahahhaha.. Africa!

maandag 29 mei 2017

30

Hot hot hot. Het hete seizoen is begonnen en 6x per dag een emmer water over de kop is geen uitzondering. Het betekent tevens cashew en mangoseizoen. En dat betekent behalve genieten van de sappigste mango's ook een hoop narigheid. Vandaag was ik daarvan helaas weer eens getuige.
Om tien uur, ik had net de pollen citroengras gesnoeid en bewaterd, ging de telefoon. Malangs moeder, tevens hoofd van de Preschool.
"MamaTin, can you do us a favour please? Sibou fell down after hearing one of her relatives passed away."
Ok, ze zal wel niet gevallen zijn, maar flauw gevallen denk ik.  Dus check ik dat even voor de zekerheid.
"Yes she is conscious" waarmee Matou bedoelt dat ze nog steeds buiten westen ligt want "we dont know what to do. We cannot reach nobody."
Sibou is mijn naaste buurvrouw en werkt als schoonmaakster op dezelfde school als Matou.
"Give me 15 minutes to close the house and put clothes on please."
Zijknat van het zweet  gooi ik maar weer een paar koppen water over mijn lijf en schiet in de eerste de beste Afrikaanse broek. Start de jeep en race naar de school. Sibou ligt in het zand met haar zware lijf en geeft geen krimp. Dat wil zeggen, als we haar proberen op het matrasje te leggen dat ik vliegensvlug in de jeep gesmeten heb, protesteert ze hevig met haar te sterke armen.
Ik ben geen dokter, geen nurse, weet niets van ehbo, behalve dat ik me iets herinner van het hoofd recht leggen zodat de luchtpijp niet afgekneld wordt. Wat is er gebeurd?  Haar kleinzoon van negen was in de mangoboom geklommen en eruit gevallen. Nek gebroken. Dood. De zoveelste.
Als ik haar naam noem en zeg dat ik het ben doet ze zowaar een oog open. Naar de kliniek maar lijkt me. De vrouwen met hun sterke armen slepen Sibou aan handen en voeten naar de jeep. Ik heb nog net tijd om het matrasje erin te persen. Half liggend/zittend in het bakkie achterin, rij ik even later met een collega van haar naar Gunjur Clinic.  Daar krijgen ze haar wonderwel bovenop een te smal bedje. We moeten voor haar blijven staan om te zorgen dat ze er niet afduvelt. Een vrouw in 'burger'  met kindje op de rug probeert een bloeddrukmeter aan te sluiten. Helaas. De batterijen zijn leeg. Dan komt ze terug met een injectiespuit. Wat daar in zit vraag ik.
"Diazepam."
"Because of the stress?"
"Yess, to down the stress because of her grandson."
Dan wordt er een infuus in gebracht. Waarom dat dan?
"Because she is vasting. Normally we give her drink to make her awake, like tea or attaya."
Ik snap het zowaar en ben blij dat ik me niet door een eerste indruk heb laten beinvloeden. Eigenlijk doen ze het best goed. namelijk.
Denkend aan wat Malang laatst zei toen hij in bad zat: "..I like toubab fingers.. " , aai ik Sibou over haar wang . Ze grijpt mijn hand en spert beide ogen wijd open. "Yes, Yes, Thank you.."

Ondertussen is er een oudere vrouw binnen gekomen in een lichtblauwe lange doktersjas. Nee, deze kliniek heeft geen dokter, alleen verplegers, vertelt de infuus verpleegster. "For serious things we have to go to Brikama."
Ongelovelijk. Een dorp met meer dan 20 000 inwoners en geen dokter!
De oudere vrouw draait zich om naar mij en knikt bevestigend. Ik herken haar als de vroedvrouw die Malang ter wereld bracht. Zittend bovenop Matou's buik perste ze uiteindelijk het veel te grote koppetje naarbuiten.
"Binta, is you?" vraag ik.
"Yes, is me.." fluistert ze.
" Ik ben het, Tineke Two, Malangs Grandmother.."
Ze lacht vermoeid en schuifelt heen en weer op haar versleten slippers.
"Yes I remember. I do not see him or Matou for a long time.."
Ik laat foto's zien van Malang en vertel dat hij bij mij woont als ik hier ben.
"Good, good, but I have to ask you something.."
Ze laat er geen gras over groeien. Vertelt dat ze een huisje huurt voor 900 dalasis per maand, maar dat ze een huis elders heeft waar alleen de toiletvloer nog in gelegd moet worden. Of ik haar een paar zakken cement kan geven. Al toon ik het niet, ik ben direct om. Ze heeft Malang ter wereld gebracht en duizenden andere babies. Ze verdient het.
"Lets go and have a look at the house when you are ready with work, ok?" suggereer ik.

Ondertussen zie ik Sibou voorbij schuifelen aan de arm van haar collega.
"Ready" roept die, alsof er zojuist een klusje gedaan is.
We hijsen Sibou deze keer op de voorstoel en rijden naar haar huis. Niemand thuis en geen sleutel. Het matrasje doet wonderen. We leggen het op de redelijk koele veranda en even later zit de halve familie erop en kan Sibou nog net op het eindje liggen.
Inderdaad: ready! Klus geklaard.
Op naar Omar om de carburateur na te laten kijken want tien keer afslaan op een ritje van tien minuten is niet normaal.
De schat lost het in even zovele minuten voor me op en ik rij terug naar de kliniek om Binta op te halen.
We rijden naar haar huis. Inderdaad half af. Maar voor haar is het slechts nodig dat het plat getrapte zand buiten vervangen wordt door een laagje beton. De muurtjes voor het openlucht 'toilet annex badkamer' staan al.
"You just pay the cement to the shopkeeper. I want nobody to know it. Some boys pick it up tonight."
Efficient geregeld. Ik rij naar Kawsu en betaal twee zakken. "Dont say nobody.."

Zucht het is inmiddels half drie. Ik heb honger, wil koffie  drinken met gesuikerde melk en grote koppen water over mijn lijf.
Even later lig ik wijd uitgespreid op bed en val in slaap.

donderdag 18 mei 2017

29

Rust, rust, rust. En echte koffie na teveel hectiek vanochtend.
De wolken jagen door de lucht. Klimaatverandering. Waarmee hier voornamelijk wordt bedoeld: het regenseizoen komt eraan. Van mij mag het, regen. Dat scheelt een hoop emmers sjouwen. Hoewel het er op lijkt dat ik eindelijk iemand bereid heb gevonden de bananen water te geven. Tweeentwintig bomen een emmer per keer. Uit de put die vrijwel droog staat en dus moet je een flink eind omhoog trekken.  Saynee is weliswaar al twee dagen niet geweest om te bewateren, maar hij weet wat hij doet sinds ik besloten heb dat hij de bananen mag hebben als ik weg ben. Die kan hij goed verkopen want bananen is busyness.

Ik had de school beloofd gisteren te komen. Lukte niet. Vandaag dan. Later. Niemand houdt zich aan een afspraak en ik lijk besmet. Teveel rugpijn gisteren deed me besluiten vandaag NIETS te doen. Sponsordochter is hier weer even en zou Malang naar school helpen. Maar natuurlijk werd ik klokslag kwart voor zeven wakker. Dan kan je ook wel opstaan. En om alles uit te leggen aan Mama, ik doe het drie keer sneller zelf. Dus Malang gewekt, kop water over zijn hoofd en aankleden. Shit! Weer eens geen uniform! Die geef ik mee om te wassen maar komt niet terug als ik niet vijf keer woest wordt. Ik trek hem een korte broek aan en zeg dat hij het daar maar mee moet doen. Lang gezicht. Bellen met zijn moeder dan maar. Waar alles blijft. Als een kind geeft ze Malang de schuld van alles. Hij doet dit niet, hij doet dat niet. En ze vertelt bijna met trots: " I beat him seriously two days ago, so heavy that the other teachers had to stop me.."
Ik val stil. Hij had me weliswaar verteld - met droge ogen - dat Matou hem geslagen had met de telefoon charger.  Maar dat het zo erg was wist ik niet. En waarom? Ik besluit naar school te gaan om verhaal te halen en om zeker te weten dat hij direct naar school gegaan is. Boos start ik de jeep en beveel hem voor me uit te rijden naar school.  Daar tref ik zijn moeder zowaar. Ik vraag haar waarom ze hem zo geslagen heeft. Waarom ze mij niet belt. Hij was vanuit de Roundhut niet naar school gegaan, maar naar zijn huis, zegt ze. "Curious because of the circumsision thing" . Iemand had hem op zijn fiets gezien en van de gelegenheid gebruik gemaakt om hem om een boodschap te sturen. Om kwart over negen verscheen hij uiteindelijk op school. Drie kwartier te laat. En werd door zijn moeder - vervangend hoofd van zijn school - in elkaar geslagen.

Probleem is dat er niet gecommuniceerd wordt. Niemand vertelt me iets en Malang uiteraard helemaal niet. Ook dus niet dat hij elke dag te laat op school komt. Ik voel een schuldgevoel opkomen. Van mij moet hij pap eten voor hij naar school gaat. En daarna zijn tanden poetsen. Hij is niet wakker te krijgen en niet vooruit te branden. Vaak tref ik hem op zijn bed en zit uitgebreid zijn armen en benen in te vetten. Niet wetend - hoe zou ik het moeten weten? - hoe belangrijk dat hier klaarblijkelijk is, beveel ik hem te stoppen met dat gesmeer en op te schieten.
Ik loop naar zijn klas en speur tussen de uniformpjes naar Malang. " He is not there" zeg ik verbaasd tegen zijn moeder.
"No, I sent him home to put creme on his arms and legs."
...... zucht.....
...... tel tot tien Tien...
"You send him home for creme so he will be back late at school?!? " vraag ik ongelovig.  Ik voel een woedeuitbarsting aan komen en steek een sigaret op. Probeer zo beschaafd mogelijk te zeggen " are you crazy? You beat him because he comes late at school and now you send him!"
"Sorry Mama, sorry.." is het enige dat ze terug kan zeggen. Ik probeer het woord inconsequent uit te leggen, maar geef het al gauw op. De hele Afrikaanse maatschappij is inconsequent. Iedereen doet maar wat, zonder enig idee wat er uit voort kan komen.
Op het zandweggetje voor de school wacht ik Malang op. Die komt niet. Zeker weer naar de shop gestuurd door iemand.
Ik wordt gillend gek hier af en toe..

dinsdag 16 mei 2017

28

Update watersysteem Medina Kunkunding school

Om kwart over acht 's ochtends word ik gebeld. FlevoTrading, het bedrijf dat de borehole gaat plaatsen. Hollandser kan het niet: afspraak nakomen en nog op tijd ook. Ik ben er niet meer aan gewend. Snel de planten water geven, de poezen eten, pap koken, Malang naar school helpen en niet vergeten een onderbroek aan te doen voor ik wegga. Om half negen sharp spring ik in de jeep op weg naar de garage, vanwaar ik de werkers naar de school zal dirigeren. Zigzaggend door de bush even later, met de truck in mijn kielzog, vraag ik me af of ik de weg naar school ooit uit zal kunnen leggen aan iemand. Verharde paden tussen palmbomen en kale struiken. Vierde struik rechts, derde stronk links? Nee dat wordt nooit wat.
Luid gezang klinkt er door de open ramen naar buiten. Schelle kinderstemmen, minstens zestig tegelijk, oorverdovend. Afrikanen moeten beslist een ander strottenhoofd dan Europeanen hebben zo schel en hoog en keihard is hun stem soms.
Als we de compound oprijden zie ik direct al een ijzeren 'toren' op zijn kant in het zand liggen. Ernaast prijkt een blauwer-dan-blauwe watertank van 2000 liter. Huh? Swegam zal dat niet al geleverd hebbben? De drie  mannen van FlevoTrading staan met vragende gezichten voor me. Waar ik de borehole gedacht had. Help! Weet ik veel!
"One moment please, I phone Swegam" klink ik onwaarschijnlijk professioneel. Niemand te bereiken. De mannen huppen ongeduldig heen en weer. Nog maar eens proberen, het kantoor dan maar. Eeen stuk minder professioneel vraag ik paniekerig of mister Cole echt niet te vereiken is. Urgent! Dan hoor ik de zachte lage stem van hem.
"Please mister Cole, They ask me where to put it. I dont know!!"
Hij buldert een prachtige lach in mijn oor. "Three meter outside the well.."
Ik geef opgelucht mijn mobiel aan een van de mannen om instructies te krijgen en even later gaat de schop in de grond. Drie meter vanaf de put. Niet voordat het houtskool is aangestoken om attaya te maken. Want werken zonder de loeisterke thee in kleine glaasjes is ondenkbaar.

Op een afstand zie ik Mariama, het hoofd van de school aankomen. Shit! Geen tijd genomen om ze te begroten. Zo op het doel afgestevend. Achter haar aan komt Ansumana de Deputy ( vervangend hoofd) en Lamin de senior teacher.  Van mijn excuses willen ze niets weten. Als ze me hadden mogen kussen hadden ze het gedaan. Met twee handen worden mijn handen gegrepen, lachende gezichten knikken in de richting van de watertank.
"From who is this? From You??"
Hahaha, nee hoor, niet van mij, althans, zolang ik  het resterende sponsorgeld nog niet betaald heb.
"Who bring this?"
Ik wijs met een vinger in de lucht en grap: "Is God I think.."
Verbaasd hoofdschuddend kunnen ze niet geloven wat daar in het zand ligt. De tweede watertoren met de grote tank.
"For sure, it must be God.."
"Is mister Cole from Swegam,  he brings it" help ik ze uit de droom.
"Yeah Yeah Yeah..it must be him" knikken ze gedrieeen bevestigend.

Ondertussen is het vierkante gat in de keiharde grond al een flink stuk gevorderd.
"He is fifty eight!" Lookl!" roepen de twee andere werkers die voornamelijk bezig zijn met roken en attaya maken.
Grappig, men heeft het hier nooit over leeftijd en ik weet even niet of ik het wel goed begrepen heb.
"Yes yes, is an old-pa.. look!"  Ik bekijk de  man in overall die schep na schep in de grond ramt. Ik geef hem niet meer dan vijfenveertig.
" I am much older, nine years older.. he is just a young boy.." lach ik naar ze in mijn aangepaste Engels.
Young boy.. iets leukers hadden ze nog niet gehoord en slaan zich op de dijen van het lachen.
Ik herhaal het nog maar eens. En de man? Hij glundert!
Morgen komt de grote machine om het gat te boren. Of we nog wel even willen zorgen dat de palmbladeren fence afgebroken wordt zodat de truck erdoor kan. Ja hoor, alles kan, we staan nu voor niets meer!

zondag 7 mei 2017

27

Verhalen te over. Waar te beginnen? De kapot geslagen boot beschreef ik al. 
Ik schreef nog niet over de toubab in kaftan die hoogst geïnteresseerd zich ongetwijfeld allerlei onzinverhalen op haar fladderende mouw laat spelden door jonge ganja rokende rasta bumsters die lui wijdbeens - redelijk provocerend - achterover hangen in een zogenaamd klaarstaande reddingsboot.  Maar waarvan ik me afvraag hoe ze dat denken te doen zonder peddels en/of motor.

Niet over de jonge visser die begint de kilo vers aangekochte tong (vis) het vel af te stropen terwijl ik dat liever zelf doe zodat ik de resten aan de poezen kan geven. Wiens baas stom verwonderd de 100 dalasis aanpakt terwijl ik niet om de prijs gevraagd had. Alleen gezegd: "..net als laatst..". En vervolgens hem de rug toekeerde en wegsjokte met mijn kilootje hotel-vis. Want Gambianen eten dat niet, zeker te weinig vlees.

Niet over Saliem de kok die probeert op tijd - vijf uur in de namiddag - in zijn restaurantje aan de beach te zijn opdat hij zijn enige goed betalende klant, ik  dus, niet misloopt. En die tegen beter weten in hoopt met mij aan te kunnen pappen. "Here Mama!" en hij steekt me uitdagend een vork met glinsterend gele mango in mijn mond. En die me na het eten naar de jeep brengt en zich pontificaal tegenover me opstelt alsof hij me direct ten huwelijk zal vragen. Waarop ik hem nog maar eens verduidelijk dat ik nog steeds getrouwd ben maar dat we goede vrienden kunnen zijn. Waarna hij me een dikke zoen geeft. Heimelijk achter de palmboom zodat zijn 'klanten' het niet zien.

Niet over de visverkoper die op zijn gammele herenfiets twee overvolle tassen bonkavis aan het stuur vervoert. En achterop nog eens een loodzware krat met daarop nog eens wat zakken vis onder een teil en die zich moet laten aanduwen in het mulle zand omdat hij anders niet wegkomt. Van wie ik een tonijn kocht voor 50 Dalasis, waarvoor ik eerst nog 150 moest betalen. Toubab! Witte!

Niet over Nederlandse Marco die plots voor me stond op het strand, in bloedheet vuil motorrijders offroad-pak. Lekke band. En die me een praktijkcursus binnenband verwisselen gaf. En wiens 71-jarige Engelse motormaat een leuke vent bleek met veel humor en een veel te harde stem die Marco commandeerde hoe hij het moest doen. En bij wie ik morgen maar eens op de koffie ga in Sifoe. Notabene maar een dorp verderop. En die in een 'mud-hut in the bush' woont, maar dat is een grap want hij heeft een prachtig huis zegt Marco. 

Niet. Niet. Ik heb het er niet over. Het is teveel om op te schrijven.
Saliem kookt mijn potje en ik overdenk wel de dag.

26

Langs de vloedlijn van het toeristenstrandje staan mannen gebukt te hakken. Het wekt mijn nieuwsgierigheid. Half onder zand ligt een boot, in stukken getrokken. De lijn waaraan hij vast zat ligt nutteloos aan de zandzak iets verderop.
Ik vraag wanneer het gebeurd is.
"I dont speak English" antwoordt een van de mannen in keurig Engels. Een tweede haakt in als ik in het  Mandinka vraag: "Koenoeng? Yesterday?"
"Ha ha..yes yes.. the wind was too hard. The rope break. Is my boat."
Met een spijtig gezicht mompel ik "mas..mas..sorry".
"I repair" zegt de eigenaar de losse planken en stukken geteerd jute bekijkend.
Verderop dobberen de andere bootjes. Ogenschijnlijk vredig in de zon.  Maar als de nacht komt en daarbij de wind, dan moet je van goede huize komen. Een stevig touw aan een sterk anker, of wat daarvoor kan dienen.
Op de vale bedjes onder de rieten parasols liggen enkele  toeristen te slapen of te lezen. Niemand lijkt interesse te hebben in het kleine drama dat zich afgespeeld heeft. Want geen boot, geen eten, kort door de bocht.
Steeds zwaardere hamers slaan dikke stukken hout in het zand tussen de geverfde planken. Loswrikken wordt steeds lastiger nu het water snel opkomt.
De eigenaar van de boot rolt het overgebleven touw op. Er is niet veel anders te doen dan om beurten op de resten van de boot te rammen, ten einde te redden wat er te redden valt.

woensdag 3 mei 2017

25

De pen leek even opgedroogd, maar hier is niets wat het lijkt. Dus ook een lege pen niet.
Alweer 29 dagen voorbij. Tijd om een stempel te halen bij de Immigratie dienst en 1000 dalasis betalen. Na drie keer vond ik het mooi geweest. Verzin een list.
Niet zo moeilijk als je dichtbij Casamance zit, in Zuid Senegal. Je hoeft alleen maar twee dorpen verderop te rijden en met een piroque over te steken. Zelfde dag weer terug en je hebt je gratis stempel.
Dat weet de dienstdoende ambtenaar ook wel, dus werd ik ondervraagd over het wie-wat-waar-waarom.
Nu waren we erg laat, half drie, dus moesten we een slim plan uitdenken. Mama en ik zouden zeggen dat we geld moesten brengen naar het eerste dorp in Casamance, Njafrang. Eenmaal aan de overkant zouden we ontdekken dat we het geld vergeten hadden en dus snel terug gingen om het op te halen. Stempel in paspoort om Gambia weer binnen te gaan en klaar.
Niet dus.
A. Ik was een dag te laat ( boete)
B. Mama was haar ID-card vergeten.
C. U moet gewoon 1000 dalasis betalen.

Ahum. Op welke toer gaan we nu weer?! De vrijwilligers? De niet-toerist? De Half Gambiaan?
Hoe het precies ging weet ik niet na al ons gedraai, maar plots kwam meneer met het Residenten plan.  Eenmaal zestig euro betalen voor een heel jaar en verder geen gezeur. Nu had ik dat al veel langer overwogen, maar het ontbrak me aan moed om die administratieve rompslomp op te starten. Naar hier, naar daar, dan naar elders en dan weer drie keer terug.
"No NO, it is they just do not know it." En hij schoof me een papiertje toe met zijn telefoonnummer. Ongelovig staarde ik hem aan. Wat moest ik daar dan mee?
"You phone me when you want your Residence card and I will tell you where I am at that moment. "
Wel erg eenvoudig. Meteen morgen dan maar? Pasfoto's laten maken en de man opbellen. Doen we!
En dan komt het toetje. Het addertje onder het gras: "Holland people are very good. They sponsor. I have to kids. They need sponsor!"
Lachend wijs ik op Mama.
"Look, I sponsor already one! Ten years already!"
"Two more!" houdt hij vol. Maar ik heb inmiddels mijn gratis stempel in mijn paspoort en zwaai lachend naar hem als ik terug loop naar de jeep.
"For soma!! Tot morgen!"
Als we de hoek om zijn gieren we het uit als tieners.
"You are bandito!" lacht Mama. "Big big Bandito"
Een prachtig compliment na een leuk avontuur. Want aan de overkant zijn we gezellig gaan wandelen door de Bush. En na een uurtje weer terug met de piroque. Omringd door pelikanen op het water.

dinsdag 2 mei 2017

24

Het is een rare dag vandaag. Een verdrietige dag vooral. Een buurmeisje van verderop is in de put gevallen en overleden. De stemming is bedrukt onder de mensen. Men praat er niet over, tenzij ik erover begin. Wat ik na twee  keer niet meer doe. Niets is zo moeilijk als in te schatten - weten kan ik het niet - hoe je je in zo'n geval moet gedragen. Tot die tijd houd ik me stil en wacht af. Maar mijn gedachten zijn bij de moeder, de oma, de broers.
Rond half drie besluit ik de school te bellen. Die weten vast meer over de tijd van de begrafenis .
" We just came back from the burial"  zegt teacher Ansumana met zachte stem. Wat kan ik doen vraag ik hem.
"I should sympatise, is not it?" Mijn medeleven tonen. Maar waar is de compound precies?
"Some of us can go with you" suggereert hij.
En zo rijd ik even later met een juf van school over het hobbelie-hobbelie zandpad, links -rechts laverend om al te grote kuilen te vermijden, naar de getroffen familie.
Wat moet ik in vredesnaam zegen behalve "mas mas mas" sorry sorry sorry?!
De volgende minuten repeteer ik tien keer in het Mandinka: "ik ben gekomen voor de begrafenis."
Als we de compound oplopen is er geen geluid. Onder de veranda zitten en liggen de vrouwen. In stilte. Onder een afdakje verderop zitten de mannen. Verslagen. Ik laat me de moeder en de oma aanwijzen. De vader, een visserman, was al eerder op zee gebleven. Een jonge vrouw van ik schat nog geen dertig zit op het stoepje. Van enige trotse houding is geen sprake meer. Hoe moet ik die vrouw troosten. Probeer het maar niet Tien. Toch volg ik mijn eigen gevoel, geen idee of dat iets is wat notdone is hier. Ik leg mijn arm om haar heen en streel haar wang. Fluister dat het te erg is. Gewoon in het Nederlands. Woorden schieten toch te kort. Een droge snik. Geen tranen. In shock waarschijnlijk.
En dan te bedenken dat zij het kind naar de put gestuurd had. Er wordt verteld dat ze zichzelf er achteraan wou werpen. Niet alleen je kind kwijt maar ook nog een huizenhoog schuldgevoel. Absurd misschien, maar ik denk het te begrijpen.
It is all too too too sad.
nb op de foto's : onze put, voor en na.
Direct vandaag opgehoogd!

zondag 30 april 2017

23

De zon is onder. Op de Brikama Highway - gewoon een asfaltweg met kuilen en gaten - is het een komen en gaan van gele Mercedes taxi's, aftandse busjes, vrouwen met bagage op hun hoofd die de weg oversteken en kinderen die roekeloos in het donker elkaar achterna zitten, met of zonder gammele fiets. Een soort verkeersinfarct waarbij het een wonder is dat er geen ongelukken gebeuren. Go-met-de-flow lijken de Afrikanen uitgevonden te hebben. Auto's passen zich letterlijk naadloos aan elkaar aan. Gaat de een links rijden om een kuil te vermijden dan laveert het tegemoetkomend verkeer daar soepeltjes omheen. Op de millimeter passeren ze mekaar. Ik doe daar lustig aan mee en kan inmiddels bogen op een Afrikaanse rijstijl.

Ik sla het gedoe op straat gade vanuit mijn geparkeerde jeepje. Raampje open want aan de overkant zijn ze een dansprogramma aan het voorbereiden. In een carré zijn er stoeltjes in het zand gezet. De meesten zijn al bezet. Het duurt zeker een half uur voor de muziek opgestart wordt. Al die tijd staan de danseressen klaar in hun lange grijze strakke rokken. Benieuwd wat dat voor dans gaat opleveren.
Achter mij stopt een flink ingedeukte bushtaxi met een zwartwitte geit vastgebonden op het dak. Of is het een schaap?  Daar vergis ik me  nogal eens in. Even later passeert de eigenaar met het koppige beest aan een touw. Het ziet eruit alsof hij zijn dwarse hond uitlaat. Even hier snuffelen , dan weer daar. En de man maar trekken. Ook de overkant moet er aan geloven. Misschien is dit slechts een tussenstop en wacht de man op een volgend busje?  Dan komt er een kerel aan rennen met een touwtje. Het beest wordt met geweld tegen de grond gedrukt door de twee mannen zodat zijn voorpoten vastgebonden kunnen worden. Het is me nog niet duidelijk wat ze willen met een beest op twee poten. Maar dan worden ook de achterpoten vast gebonden. Een taxi rijdt voor en opent de achterklep. Met man en macht tillen de heren het beest op die nu aan zijn eigen poten hangt en zwiepen hem in de achterbak. Ik sla mijn hand voor mijn mond van verbazing en ontzetting. De klep gaat dicht, de eigenaar stapt in en de gele 'Benz' slaat de hoek om. Dit wordt geen kort ritje vrees ik. Nu maar hopen dat er flink wat gaten in het karkas zitten zodat ze straks niet een dooie geit uit de kofferbak hoeven te vissen.

En de dansdames? Die staan in het donker nog steeds te wachten op het startsein cq de muziek. De generator zal wel geen benzine meer hebben. Of zoiets.

vrijdag 28 april 2017

22

Tijdens het wachten op de lunch in het lokale restaurantje  van Sanyang, overdenk ik de ochtend. Omdat ik mijn telefoon in het water had laten vallen ben ik alle nieuwe Gambiaanse contacten verloren. De afgelopen dagen was ik ziek en kon dus even niet fysiek naar de school om poolshoogte te nemen. Vanochtend wel. Bij aankomst zie ik de deur van de toiletten openstaan. Aha! die zijn dus in gebruik, denk ik monter. Maar iets in me zegt dat ik het beter even kan checken. Boewaa! De kranen hebben geen water en de emmers staan leeg. Op hoge poten vraag ik aan de eerste de beste leraar wat er aan de hand is. Die ziet direct de bui hangen en buigt beschaamd het hoofd. " It is the people who are building overthere.." en hij wijst op de werklui die bezig zijn een tweede schoolgebouw te maken. Al eerder had ik me bedacht dat hier nodig over gecommuniceerd moet worden. Helemaal sinds ik weet dat de Nederlandse consul dit project begeleid en.. financiert.  Met Mr. Cole van SweGam had ik afgesproken dat hij met hen contact zou opnemen. Maar dit gaat me echt te ver. De watertank is leeg omdat zij het water nodig hebben voor hun stenen. Zijn ze nou helemaal betoeterd?!
De leraar is er flink verlegen mee en stuurt me naar de principal. Boven ontvangt die mij in zijn kamertje. Ik barst los dat dit echt niet kan. Ik water regelen voor de school en de werklui het opmaken.. no way..! Vriendelijk glimlachend hoort de principal me aan.
"You are right. Yes you are right! I shall talk with them." Ik maak hem duidelijk dat natuurlijk iedereen drinkwater mag hebben, dat is iets anders dan de tank leeg plunderen.  Hij verzekert me nogmaals dat het niet meer gaat gebeuren en ik druip af.
Maar in het restaurantje krijg ik de geest. Waar is het nummer van die Nederlandse Consul?! Ik ga niet langer op SweGam wachten en bel direct. Tot mijn verbazing krijg ik haar direct aan de lijn. Ik vertel dat ik verantwoordelijk ben voor het watersysteem op de Medina Kunkuding School. Reactie: " Oh wat goed, wij bouwen daar extra klassen!"  Jaja, dat weet ik maar al te goed hahahha.. Ik leg uit wat er vanochtend gebeurd is en dat het niet zo kan zijn dat Nederland er een school neerzet en dat ik met een paar sponsors voor het water mag zorgen. Daar is ze het direct mee eens.
"We moeten vooral niet langs elkaar heen werken" is haar antwoord. Precies! En voor ik het weet flap ik eruit dat er een borehole moet komen willen we de boel draaiend kunnen houden. Ik vertel van mijn contact met SweGam. Die kent ze  heel goed. Nou dat scheelt. En die borehole.. " ja, die moeten wij dan misschien maar doen!"
Hoor ik dit nou goed? Zit ik hier met een telefoontje een complete borehole te regelen?
"Kom maandag naar daar-en-daar dan praten we verder. Om twee uur toasten we op de koning. Drankje is van ons."

Ik ga morgen even een jurkje laten maken geloof ik... en wat make-up aanschaffen..

21

Je kunt van alles zeggen van Gambia, maar nooit dat het hier ooit saai is. Ja, wanneer je ziek bent. Dan zie je niemand. Maar zodra je weer op de been bent, zoals ik na twee dagen slapen, dan weet men je weer meteen te vinden. Dat klinkt als een nadeel, maar is het eigenlijk niet. Saai is het pas als ik thuis in Amsterdam tussen vier betonnen muren zit te bibberen en slechts warm wordt van een heet bad.  Waar te beginnen? Met het locale restaurantje aan de beach van Sanyang.
Ik heb besloten de kok  te steunen door er regelmatig te gaan eten. Ik ben de enige witte die het in haar hoofd haalt om aan een wankel tafeltje op een nog wankeler stoel te komen lunchen. Als ik te lang weg blijf word ik gewoon opgetrommeld. Zoals gisteren. " Where are you? How are you?"  Dat ik ziek ben doet hem schrikken. Waarschijnlijk niet omdat hij zich druk maakt om mij, maar omdat de nering achterwege blijft. Omdat ik vandaag me beter voel en slechts snotter dat het een aard heeft, bel ik hem op en doe de bestelling voor de lunch. Ja, ik kom met kleinzoon Malang en een vriendje van hem. Zij willen graag spagghetti eten met vis. ":You know what? Make two plates, one for the boys and one for us."  Ik weet namelijk dat hij niets zo gezellig vindt als samen met mij knus van een bord te eten. En zo gebeurt.
Om half vier staat hij al druk in zijn mini keukentje de maaltijden te bereiden. Frisdrank lijkt er deze keer niet te zijn en dus biedt hij de jongetjes thee aan. "Later koddi?" De jongetjes knikken braaf. Van thee worden ze niet echt heet of koud, dus laat maar. Eenmaal aan 'tafel' legt hij direct een hand op mijn dij. Iets ervan zeggen of het gewoon laten overwaaien? Ik kies voor het laatste.  Malang en Mustapha zitten ook knus naast elkaar en smullen van het overvolle bord spagghetti. Dan komt er telefoon. Reden voor hem eens even fotoos te gaan kijken. Ok, no problem. Ik leg hem een en ander uit over de school en over mijn huis in Amsterdam. Met grote interesse bekijkt hij de volle maan fotoos van mijn buurman. " Magic!" roept hij uit. "Only two weeks ago?"  Jaja, toen het ook bij ons volle maan was. Even later ziet hij een foto van Tapha en mij. " My husband"  zeg ik soepeltjes. "Still?" vraagt hij verbaasd . " Yes, still." En daar laat ik het bij. Hij kijkt stil voor zich uit. " I am a single. You have to find a wife for me". Ik ken dat. De mannen die ik tegen kom halen hun neus op voor Gambiaanse vrouwen. "They dont know what love is". Ik vertel hem dat er zeker uitzonderingen zijn. Dat mijn man ook een black is en dat er nog steeds sprake is van 'love'. De details laat ik wijzelijk achterwege. Met een zucht staat hij op en komt terug met een witte kaftan. " Look! This I wear today in the mosk.." Hij trekt hem omstandig aan en neemt een pose aan. "You dont take a photo of me?" Ik vind alles best nu hij begrepen heeft dat hij niet op een relatie met mij hoeft te wachten. Ik neem de foto en reken de lunch af. Dat is dan "two plates for the boys and two for you." Ach ach ach, ik ga dus ook zijn  lunch betalen. Ook goed. Als ik later weg rijdt en naar hem zwaai roept hij dat ik moet stoppen. "Please, send me 25 dalasis credit for my phone."
Geef een vinger, en men neme twee handen en liefst nog meer. Africa..
Onderweg belt hij nog twee maal. Ik neem niet op want ik rij. Ongetwijfeld om me eraan te herinneren. Eenmaal in Gunjur koop ik credit voor mezelf en ook voor hem. Hij belt niet meer. Ook niet om te bedanken. Alles went.

woensdag 26 april 2017

20

Het is lang geleden dat ik de energie en/of rust had om te schrijven. Een kop vol afspraken, dingen die ik moet onthouden en een lijf dat twee van de drie keer me in de steek laat.
Gisteren kwamen de meisjes langs. Hangend op de bank, loom hun mobiel checkend. Wat ze kwamen doen.
"Visit you!" was het verontwaardigde antwoord.
Ze zijn respectievelijk het zusje en nichtje van Malang, die in geen velden of wegen te bekennen was sinds de school uitging.
"What about massage my feet?!" probeer ik. Dat doen ze al sinds jaar en dag dus zo raar is die vraag niet. Geen antwoord. Ik ga nog maar eens verliggen op de 'divan' en wacht af. Na tien minuten vind ik het mooi geweest.
"Why dont you massage?"
Het antwoord is verrassend simpel: "You dont give me the bambutuloo crème!"
Even later wordt mijn enkel in de ergste bochten gewrongen. Alsof ze revanche op me neemt.
"Au! Au Fatou! Zachtjes please!"
Het is tegen dovemansoren gezegd. Ruw trekt ze de tenen uit mijn voet en zwengelt mijn zere been op en neer alsof het een pomp handel is.
"Tineke! Dont make that noise!" commandeert ze me als ik blaas en puf om de pijn onder controle te houden.
Ik sla keurig mijn hand voor mijn mond. Zij schudt afkeurend haar hoofd.
Achttien jaar en de wijsheid zelve. Maar niet heus..
Nichtje Kumba doet alles veel rustiger en masseert mijn pijnlijke onderrug. Het kan dus wel. Als je maar wilt :-)

Vandaag is het beslist rustiger in mijn lijf. Maar nu speelt verkoudheid en een dikke keel op. Wat is de boodschap vraag ik me af. Te weinig slaap. Te moe. En dus vlei ik me bij vriendin Marijke  in Sanyang onder de ventilator op de bank en zeil in een minuut weg. Kijken of dat helpt..

zondag 2 april 2017

19

Alsof ik het voelde. Steeds had ik andere dingen te doen in plaats van mijn afspraak na te komen, na de lunch de uit Guinee Bissau teruggekeerde Arrogi en haar kinderen bezoeken. Haar man in hun thuisland achterlatend want 'he has to look after his father'.
Bij aankomst in Kartong rij ik direct door naar de lasser waar de tienjarige Ebraima werkt na schooltijd.  Ik tref hem inderdaad. Zijn oudere zusje heeft de hele middag op me gewacht. Ik kwam niet.
"I phoned your mom to say I am late" verontschuldig ik me.
"She is sleeping.  She always sleep. She is sick".

Twee dagen geleden belde moeder Arrogi  me op. Het lukte haar niet zich aan mij verstaanbaar te maken.  De drie maanden in Guinee Bissau heeft haar beperkte talenkennis -geen- niet echt geholpen.  Uiteindelijk hing ik maar op en wachtte af of haar 13 jarige dochter me terug zou bellen. Die kan Engels. En zo maakte ik een afspraak voor vandaag.

Aan de weg staat een zielig mager hoopje.. Arrogi.  Vorige keer nog een gezellige dikkerd die klaagde over haar vetrollen. Ik schrik me lam.
Alsof ik vermoedde hoe ze er aan toe zou zijn heb ik een tas met kleren en schoenen mee genomen. Helaas kan je daar niet van eten. De rijst is op. Het geld dat ze mee gekregen had ook. Geen ontbijt,  geen lunch... 
Niets is makkelijker dan direct in de buidel te tasten. Maar ik probeer er toch eerst achter te komen hoe ze dit gaat oplossen. Met verdrietige ogen haalt ze haar schouders op. Genoeg! denk ik. Naar de shop! Na enig overleg hijst ze zich in de jeep en dirigeert me naar de juiste Mauritanië shop. Zal ik toch een hele zak doen in plaats van een halve? Niet doen! verman ik mezelf.  Het wisselgeld mag ze houden, 25 dalasis.
"Mama, I want bread.." Weer die trieste blik. Niet gespeeld want ik ken haar al jaren. Heb met ze samen op de compound gewoond waar ze nu uit gegooid zijn. Shame! Maar ander verhaal..
Bij haar eigen winkeltje aan het zandpad haalt ze twee broden en een piepklein zakje met boter. Ik heb haar nog gauw even 10 Dalasis erbij gegeven.
Bij aankomst springt Veronica een gat in de lucht: "tomorrow breakfast! !" De kleintjes hangen aan de voddige jurk van Arrogi als ze naar het portier komt om te bedanken.
"Mama, God bless you".
Ik race het zandpad af. Probeer mijn tranen te bedwingen en vloek.  Jankend ga ik op weg om bier te halen. Niet zeven zoals gewoonlijk. Eentje is meer dan genoeg als zij van de prijs van een biertje vijf  kinderen ontbijt moet geven. Het bier blijkt op. Ook goed. Ik flikker wel een gore  Gambiaanse whiskey in een cola.En vloek maar weer eens.

Foto 2013.. in betere tijden

woensdag 22 maart 2017

18 Wereld Water Dag

Update 31/3 nog €600 nodig ivm nieuwe solar pomp en paneel!!!

De zon kruipt snel omhoog. De palmen staan roerloos, in tegenstelling tot de laatste dagen. Een storm raasde en raasde. De vissersboten werden gewaarschuwd niet uit te varen. Te gevaarlijk. Het stoof over de compound en de ramen waren niet open te houden.
Ik rij zigzag met de jeep over het hobbelige zandpad naar de school. Passeer een moskeetje en een enkele compound. Na diverse kuilen die ik niet heb kunnen ontwijken en links rechts groetend wie er maar op mijn pad kwam, bereikte ik tegen tienen de school. Wat ik niet eerderder zag: een stenen gebouwtje met twee ijzeren deuren. Gesloten met hangsloten. Een generatorhuis? Of soms de toiletten waar het hoofd van de school het over had? Informatie is soms moeilijk compleet te krijgen. Ofwel de taal is een mankement, ofwel ik ben niet genoeg op het waterprobleem ingegaan om het helemaal te snappen.  Waarschijnlijk het laatste. En dus besluit ik opnieuw poolshoogte te nemen.
Ik tref het. Het kleine kamertje van de 'principal' zit tjokvol met leerkrachten. Ze blijken zojuist hun vergadering beeindigd te hebben. Ik vertel dat ze zo snel mogelijk aan de slag kunnen wat mij betreft. Het sponsorgeld neemt een vriend van mij mee uit Nederland op 3 april. Dat scheelt zestig euro aan creditcard kosten die we heel goed kunnen gebruiken. We wisselen telefoonnummers uit.
Maar hoe zit het nou met die toiletten? Doet de regering er niets aan? Het is toch een overheidsschool? Klopt. Maar het is steeds maar weer het water. De waterpomp die  de wc's en de kranen niet kan bedienen.
Ik had de eerste keer al begrepen dat de pomp slechts een van de drie faciliteiten kon bedienen. Zowel de hoofdkraan, als de tuin, als de wc's hebben water nodig. Ik begrijp nu waarom de leerlingen van het 'local toilet ' gebruik moeten maken, het gat in de grond. Het huisje dat ik bij aankomst zag zijn de echte toiletten. Maar de wcpotten lekken als de ziekte. Een van de leerkrachten giet er een emmer water in. Het stroomt er aan de onderkant net zo hard weer uit. Je moet er niet aan denken als er poep of urine in weggespoeld wordt. Alles wordt dan gezellig over de vloer verspreid. Daar moet een loodgieter bij komen. Langs de wanden staan keurig betegelde wasbakken met kranen erboven.  Maar helaas komt er geen water uit.
"We have 480 students. they all have to go to that local toilet over there.."  en ze wijst me de schutting van  palmblad waarachter ' het gat in de grond'  zich bevindt.
"Fat fat.. snel snel.. zorgen dat de pomp het doet en de controller!" besluit ik. "And clean all please!" Want het ziet er nu niet uit. Direct wordt er opdracht aan een paar kinderen gegeven de boel schoon te maken.
De deuren van het gebouwtje gaan weer op slot. De leraren en juffen verspreiden zich weer over de klassen nadat ze me omstandig bedankt hebben. Helaas kan ik niet zeggen "kleine moeite.." want het vergt heel veel energie en creativiteit om mensen te overtuigen van de nood die hier is. Kinderen met alsmaar buikpijn en hoofdpijn. Te weinig drinken en te weinig handen wassen. Alles staat en valt met water en hygiene.
"Kanale kanale.. " denk ik. Het gaat komen Tien! Heus! Want een reuzen-start is al gemaakt in een week tijd. Nu nog de punten op de i  zetten, zodat ik kan zeggen: "We from Holland  did it!!!"
Bij deze alle gevers alvast reuze bedankt!!!
Ook doneren? Stuur me een PM  via FB of stuur een mail naar kalistientje@gmail.com,  dan stuur ik je mijn bankgegevens.  Alles onder vermelding van 'water schooltje" 

donderdag 16 maart 2017

17

17

Hoe te beginnen?  Zo: ik kon niet meer door de glazen ruit van de keuken kijken, zo vies was hij. Dus eindelijk maar eens aan de slag. Poetsen en de breuk in het glas repareren. Het is heerlijk rustig op de compound. Wat vogeltjes kwetteren en in de verte een zacht gebrom van auto's op de weg naar Brikama.
"Tineke!! Tineke! Tineke! Tineke!"
Ik reageer eerst rustig op de jongen die door de kier van de poort staat te roepen en negeer hem daarna zoveel mogelijk. Op zich al een hele klus als je een kwartier lang je naam hoort schreeuwen.  Het is hem niet genoeg. Of het er een of twee waren werd niet echt duidelijk. Wel zie ik op een bepaald moment eentje op de muur zitten. Kijken hoe ik reageer. Weer negeren. Mijn niet -reageren is de jongen niet genoeg. Hij begint stenen te gooien op het dak.  Ik sta buiten en vind dat een steen makkelijk mij kan raken . En ik ben het zat. Dus over op actie. Ik ren naar de poort en roep woedend naar de jongens die op mijn geschreeuw afkomen : " Catch him!"
Een leuker spel is er niet voor ze. Ondertussen probeer ik te bedenken wat ik er verder mee aan moet. De jongens gaan in groepjes links en rechts  de bush in en brengen de hevig tegenstribbelende boy  naar me toe. Doodsbang en huilend als ik zijn arm wil pakken probeert hij zich terug te trekken. In Mandinka: "ik deed niks, nee! Nee! het was ...."
Ok. Haal ... ook maar op. Eeven later staat een best grote jongen lachend voor me. Ik zeg dat hij die grijns van zijn gezicht moet halen . Dat ik heel kwaad ben. En pak ook zijn arm.
Wat nu te doen? Diverse opties schieten door mijn hoofd. Van een emmer water over ze heen kieperen tot slaan. Maar dat laatste valt natuurlijk buiten de mogelijkheden. Ik steek mijn handen vooruit en maak duidelijk dat die dus niet slaan. Wat zijn die handen wit, zie ik opeens. "But I can punish!!" bulder ik. Ik sleep ze beiden mee  de compound op en sluit de poort. Wat nu in vredesnaam!?
Op de veranda weet ik het. Vroeger moesten we in de hoek staan. De varatie "zit op je knieen op de grond met je hoofd naar beneden en praat niet!" lijkt me wel wat.  Ik ga op een kinderstoeltje erbij zitten , steek een sigaret op en en begin mijn preek. Ik moet zeggen.. ze waren beslist zwaar onder de indruk. Vooral omdat het tegen schooltijd liep en ze dus te laat zouden komen. Jammer dan.
"It was not me..it was him" geven ze elkaar de schuld."
"Zolang mijn sigaret niet op is blijf je zo zitten".
Ik rook en rook, echt niet relaxed en bedenk me hoe nu weer verder. Straffen met wat?! Water halen bij de put en de pollen citroengras heel veel water geven. Het is inderdaad een straf. Met lange gezichten sjokken ze naar de put. Als een slavendrijver gebiedt ik ze op te schieten. Meer emmers!! Hop!!
En dan gaat de poort open en komen in ganzenpas de moeders de compound op gemarcheerd. Precies! Daar had ik al rekening mee gehouden. Met extra gespeelde boosheid - ze verstaan moeilijk engels - maak ik ze duidelijk dat het heel fout is wat ze gedaan hebben.
" Who brings me to clinic when a stone hits me?!" en gebaar naar mijn hoofd.
" Mas, mas, mas.. " prevelen ze eindelijk. Sorry sorry sorry.
Ik laat ze de foto zien en zeg dat ik het de volgende keer "report to police" .
"Please no!"
De schrik zit er goed in. Mooi zo. Nu moet ik alleen nog rustig worden.
Ik ga van mijn schone raam genieten..

woensdag 15 maart 2017

16

Vanmorgen het onbekende in gedoken: Naar de Kunkundeng Lowerbasic School achter mij. 
Afgelopen vrijdagavond was ik daar voor het eerst toen er kleurige Zimba dansers een optreden gaven. Bij de ingang stond een groepje onderwijzers in nette lichtgrijze kaftans. Toen ik voor drie betaalde werd ik uitgebreid bedankt voor mijn sponsoring. Tien dalasis per persoon, een totaal van dertig eurocent. Waarom waren ze daar in vredesnaam zo blij mee?
"It is the water. We have to solve the problems with the water for our students. They are our future."
De dagen daarop hield het me regelmatig bezig. Een schooltje bij mij om de hoek. Daar moest ik toch iets voor kunnen doen?!  Toen ik las dat 22 maart Wereld Waterdag is kreeg ik een idee. Sponsors zoeken om dat probleem op te lossen. Want ik weet als geen ander hoe beroerd het ervoor staat als ik geen water heb. Ik flanste een stukje in mekaar op Facebook.
Leuk natuurlijk. Maar beter is het om je goed op de hoogte te stellen van wat het probleem nu eigenlijk is. Dus toog ik met de jeep - lopen is net te ver voor mijn knie - en twee buurjongens naar het schooltje in de bush verderop. Niets teveel gezegd. Palmen palmen en nog eens palmen. Een enkel moskeetje en verder leegte met struiken. Tussen de hoge palmen doemde het dak van het schooltje op.
"Bring me to the Principal" gebood ik de buurjongens.
Daar! wezen ze me. Een vrouw met een schort voor stond voorover gebukt wat vuil op te rapen. Het hoofd van de school een vrouw? Yes! Ik hestelde van mijn overigens absurde verbazing en liep op de vrouw toe.
" My name is Tineke, I am the neighbour. They call me Mama Africa"
Direct onstond een brede glimlach op de vrouw haar gezicht. "We know you. You lived in Kartong!"
Ik vertelde dat dat waar was maar dat ik nu een Roundhut heb vlakbij.
"Aha!! The orange one! We always pass there."
Ik vertelde van de vrijdag dat ik er was en dat ik begrepen had dat ze probeerden geld te verzamelen voor de waterpomp. Direct begon ze uit te leggen wat het probleem is. De watertoren heeft een nieuwe controler nodig. Die zorgt dat het water stopt als de tank bovenin vol is.
Maar waar komt het water dan vandaan vroeg ik me af. We liepen naar een ronde betonnen plaat die halverwege geopend kon worden. Erop stond een pomp. Helaas kan die pomp maar een van de drie benodigde acties van water voorzien. Of de watertoren. Of het bassin in de groententuin. Of de toiletten.  De laatste komt daardoor niet meer aan bod en dus moeten de kinderen boven een stinkend gat hangen om hun behoefte te doen, een gat dat afgeschermd is met bladeren van de waaierpalm.
Blijven over het bassin in de groententuin en de watertank hoog in de toren . Op deze laatste is een kraantje aangesloten.
Keuzes maken. Of dit, of dat.. Dat komt de hygiene op zijn zachtst gezegd niet ten goede. Om het over de groententuin maar niet te hebben die er voor de helft verdroogd bij ligt.

Ik beloofde mijn best te gaan doen om sponsors te zoeken. !5.000 dalasis - driehonderd euro - dat moet toch op te brengen zijn door mijn vrienden? 

Ik bezocht nog even de preschool klas, waar de leerlingetjes zitten die volgend jaar naar de basisschool gaan. De rekenles die ik bijwoonde was in een woord Geweldig!
Op vingers werd geteld wat de meester opnoemde. Optellen en aftrekken. Ik kreeg bijna zin om in dit klasje mee te gaan draaien.  Mijn vingers jeukten zogezegd.
Maar first things first. Eerst maar eens het waterproject van de grond krijgen. Helpen jullie mee? Meld je aan via Facebook of mail me op kalistientje@gmail.com

Hoe was het ook alweer? Together We Can!!!

maandag 13 maart 2017

15

Onder een biertje op de bank moed aan het verzamelen. Houtskool is op en moet uit de schuur komen. Water in het toilet is bijna op. Dus naar de put. Om het over de planten die ik water nodig hebben maar niet te spreken.
In de ijskast van 'Father School' bleken nog diepgevroren koelelementen van mij te liggen. Razendsnel met 4 bier en de ijsblokken naar huis, want weer eens geen koelbox bij me.
Die blokken liggen nu rond mijn knie te smelten. 
Zo goed als ik gisteren was, zo klote is het vandaag. Geen stap zonder pijn en zonder stok. Ik leg me er bij neer. Ben al blij dat ik gisteren 'normaal' door het zeewater kon slenteren. Keten met de rauwe vissersvrouwen en kletsen met de oude Senegalese visverkoper zonder tanden.
"Djanko wife toch? "  vraagt hij me lachend in het Frans. "Jaja,  Djanko wife" lieg ik, want ik ben al jaren Djanko's vrouw niet meer. Vrienden,  dat zijn we nog wel. Ik scoor een tong voor 40 dalasis. Boos loopt een van de vrouwen weg, omdat ze qua prijs haar zin niet gekregen heeft. "Rire! " roep ik haar lachend achterna.  "Rire!" Lach! De andere vrouwen slaan zich op de knieën van het lachen. Maar de boze visvrouw is niet te vermurwen en verdwijnt in het donkere hok waar ze de vis roken.
Malang en ik sjokken nog wat rond met een felroze rijstzak om koeienpoep te verzamelen.  Mest voor de bananen planten. We trekken veel bekijks van het werkvolk aan het strand. Een haveloze toubab met een vies zwart jongetje die poep verzamelen.  Al gauw hebben ze hun mening bij gesteld en wijzen de plekken aan waar nog meer te vinden is.  De zware zak brengen ze naar de jeep. Maar eerst moet er nog even super mest bij. Met een grote schop schept een visserman rook afval in de zak. "Ca c 'est superbe! " fluistert hij me in.
Inmiddels is de zon al flink aan het zakken.  Nog even met de voeten langs de vloedlijn slenteren en dan zit de dag er wel op.
Meer dan tevreden rijden we terug naar Kartong.  Malang wil nog even snel zijn vader groeten. En dan moeten we echt op huis aan. Met een volle bak - lifters tussen de koeienpoep - snort de jeep over de nog warme asfaltweg naar Gunjur.  De zon is al ruim achter de palmbomen gezakt. Die zijn  nog slechts donkere silhouetten.

donderdag 9 maart 2017

14

14 TikTikTik .. geen roodborstje, wel een vogeltje ter grootte van een merel die probeert het spiegelglas te breken. Op de veranda bivakkeren af-en-aan Ara en haar zusje Kimme. Ze vermaken zich met een kinderbezem, wat emmers en een lapje dat als wasgoed dient. Ara , de oudste, hangt het over het prikkeldraad  om te drogen. Zorgvuldig checkend aan voor-en achterkant. Af en toe loopt ze even de zon in om te kijken of het doekje al droog is. De kleine Ara doet niet voor haar onder en 'wringt' het puntje uit. Dit gaan weer traditionele Gambiaanse vrouwen worden, zoveel is zeker. "Sweeping" - vegen- lijkt hun liefste hobby te zijn. Met al dat in-en uitloop is er gelukkig altijd genoeg te vegen.
Vanochtend kwam hun moeder zowaar een kijkje nemen. Meer uit nieuwsgierigheid dan bezorgdheid om haar kinderen. Sinds dat gedoe met mijn knie wordt ik steeds directer in hulp vragen of iemand om een boodschap sturen. Als Jarra vervolgens meldt dat ze naar de markt gaat weet ik wel wat ze mee moet nemen. Gestampte pinda's. Om samen met rijst 'sattoo' mee te maken. Het is nog een heel gedoe om het uit te leggen aan haar met haar drie woorden Engels, maar het lukt. Denk ik.
Uuuuren later komnt ze terug en overhandigt me een zakje ongestampte pinda's. Gebarend maak ik haar duidelijk dat ik geen stamper heb. Of ik wel rijst heb.
"Bring". Ok, gesnapt en zoek de rijst op.
"Jelloe? Hoeveel?"
"Two!"
Ik doe twee koppen  rijst in een schaal en hoor haar even later 'Bonk Bonk Bonk' stampen -pounden - aan de overkant van het weggetje op haar eigen compound.
Een twintig minuten later houdt het geluid op en staan er plots vijf opgroeiende meiden op de veranda met de schaal. Erin wit bruine korrels, rijst en pinda's. Ik bedank ze voor het brengen en leg nog even uit wat mijn plan is ermee. Ze snappen er geen reet van. Ok, Mandinka en veel handgebaren dan maar. Als ik van plan ben het mengsel in een flinke pan met water te kieperen wordt er ingegrepen. Een van de meisjes vraagt toestemming om binnen te komen. Het volgende half uur krijg ik kookles.
Ze blijkt de slimste en meest bescheiden van het stel.
Eerst het water koken met een beetje zout. Dan schep voor schep iets van het mengsel toevoegen. Blijven roeren en wachten tot het enigszins water opgenomen heeft. Enzovoort enzovoort. Het heeft iets van risotto maken maar dan anders. Als van het mengsel nog een flinke bodem over is vraag ik of ik het kan bewaren. Dat verstaat ze natuurlijk niet maar toch antwoordt ze met  een slaapgebaar langs haar wang en oor: De rest mag slapen. Ik zet het in een tupperware weg alsof  het de normaalste zaak van de wereld is dat ik dat begrepen heb.
Of er geen melk in moest. "Keke?"
Ze stuurt direct de andere meisjes naar de shop  aan de hoofdweg  met 20 dalasis.  Van mij uitteraard. Die komen terug met twee zakjes poedermelk.
Het recept wordt afgerond. De suiker en de melk maken het echt af. Stiekem geef ik haar een Tshirt. Want vijf heb ik helaas niet meer. De anderen moeten het doen met een snoepje. Maakt hun niets uit. Ze hebben eindelijk - langdurig - contact met die toubab gemaakt en hebben naar binnen kunnen gluren.
"Fornjato" roepen ze achteromkijkend als ze in ganzenpas met wiegende kontjes de compound af lopen.
"Ja ja, fornjato!" lach ik. "Abarrakaa bake!" Dank je wel. En nu de hele dag sattoo eten want ik heb een Ikea-pan vol.

dinsdag 7 maart 2017

13

"Sibou!!!  Sibou wo!! Help!!!"
Het is kwart over zeven in de ochtend. Ik wordt wakker van het geluid van geknaag aan bladeren. Is Sibou de bananen aan het kortwieken? Ik strompel met stok mijn bed uit. Schrik me dood als ik een enorme koe op haar gemak aan de bananenplant zie knagen. Een blik over de compound is genoeg om in paniek te raken. Zes koeien grazen de boel plat. Ik hink naar buiten en zwaai vervaarlijk met mijn stok in de lucht. Schreeuwend om Sibou die aan de overkant woont. Geen gehoor. Geen tijd om er naartoe te hinken. Achter de koeien aan is het enige. En schreeuwen, schreeuwen schreeuwen. Een film waardig  strompel ik nog redelijk snel dwars over de langwerpige heuvels die in het regenseizoen voor de casava bedoeld waren.  Omhoog, omlaag, omhoog, omlaag. De koeien struinen steeds verder de compound op. Hoe krijg ik ze in godsnaam terug naar die klote poort die totaal uit zijn voegen hangt en niet meer te sluiten is? Een duwtje was voor de dames genoeg om de gammele deur open te duwen.
"Taa! Taa! Taa! Go! Go! Go!" schreeuw ik me schor. Uitwijkend naar links en rechts, naar voor en naar achter hebben ze in ieder geval geen tijd om verder te gaan met hun ontbijt. Wonder boven wonder lukt het me ze naar de deur te krijgen. Dan hebben ze onderweg het hekwerk  halverwege omver gelopen en de boel vertrapt. Kut! De kokospalm die ik met moeite weer aan de gang kreeg nadat ze vorig jaar hetzelfde flikten is weer flink te grazen genomen. Daar kan geen water geven tegenop. KUT!
Ondertussen is het half acht. Het rooster blijft gewoon doorgaan, Malang moet wakker worden en naar school. Boos roep ik hem wakker alsof hij er wat aan kan doen.
" Nisoo worro!!" Zes koeien!" roep ik schor.  Malang begrijpt direct wat er aan de hand is.
" Je kleedt jezelf vandaag zelf aan! Onderbroek, hemd, Bloes, broek, sokken en schoenen! Hoppekee!" Als hij niet verstaan zou hebben wat ik zeg spreekt mijn toon nog altijd boekdelen. Even later staat hij aangekleed voor me. Het hemd uit zijn broek waar geen knopen meer aan zitten. "Je riem! Waar is je riem?" vraag ik tegen beterweten in. Als hij na school naar huis gaat omdat ik pas laat thuis zal komen, verdwijnt alles als sneeuw voor de zon. Vooral de nieuwe kleren. Ik baal. Leg hem nog eens uit dat hij goed op moet letten waar hij zijn spullen laat als hij zijn schooluniform uitgetrokken heeft. Met een elastiek sjor ik zijn broek dicht en prop zijn bloes erin.
Me realiserend dat ik mijn frustratie moet stoppen. Ik warm de rijst van gisteravond voor hem op en maak een kop hete melk voor hem. Als compensatie dat hij vanochtend geen pap krijgt. Voor mezelf maak ik een snelle kop nescafe.
Op de veranda zittend aai ik hem over zijn koppie. "Mas , mas, sorry sorry" is wel het minste wat ik hem verschuldigd ben.
"Look! Bij!" roept hij wijzend op de dikke bij in de bloemen. "Blij!" lach ik en de lucht is opgeklaard. Ik pak heet water en los er suiker in op.  Met een lepel proberen we de bij te 'voeren'. Dat is pas echt leuk. Ze vliegt van struik naar struik en lijkt de lepel niet te zien. Leuk geprobeerd. Ik giet het suikerwater op een dekseltje. Zo maar dan. De dag is duidelijk begonnen.

zondag 5 maart 2017

12

12

Zondagsrust. Even aan mezelf toekomen. Geen Malang want die is gisteren na de hardloopwedstrijden op school bij zijn moeder gebleven. Te laat en te donker om nog naar de Roundhut te lopen.
Met moeite blijf ik na de interne klok van 6.45 uur nog liggen tot half acht. Dan moet ik opstaan vanwege kramp in beide benen. De massage gisteren, zowel door de vrouw op het strand als 's avonds thuis door Kumba, heeft de toestand wel iets verbeterd maar de krampen blijven helaas.
"Your bathroom is dirty" mompelde Kumba gisteren toen ze emmer na emmer in het reservoir kieperde. Logisch, denk ik, we banjeren maar in en uit met smerig zand aan de voeten dat aandoet op de vloer als modder. Dus eerst maar eens dweilen. De was die al een dag in het sop staat uitwringen en het sop als dweilwater gebruiken. Na een half uurtje ziet het er spik en span uit.
Ondertussen kruipt de zon gestaag omhoog. IJs halen voor het koekastje, voor het te warm is. Lopend naar de hoofdweg met de twee koelboxen of toch maar met de fiets? Fietsen is nog steeds geen optie met die klote knie dus loop ik er naast door het mulle zand. De batterij geef ik om op te laden af bij het benzine winkeltje van Kawsu. Aan de overkant is het winkeltje waar ik ijsblokken koop.
" Doe maar zes!" besluit ik. De fiets kan het wel dragen. Als de boxen nog makkelijk eentje erbij kunnen hebben haalt de vrouw er nog eentje in het achterhuis waar haar ijskast dag en nacht toeren draait. "Eight he?!" probeert ze. Ik schudt mijn wijsvinger waarschuwend heen en weer en lach.
Als ik terugloop passeer ik op de hoek de buurvrouwen die al hevig aan de was zijn bij de put. Omringd door kinderen in soorten en maten. Sinds deze week heb ik maar eens echt contact met ze gemaakt. Altijd passeer ik met de auto en ben dan met mijn aandacht bij de bocht die ik moet nemen. "Toebaaboo!" roepen ze allemaal. Ik stel me voor en merk dat het woord tineke een brug te ver is voor ze. " Mama"  lach ik, "afai Mama" . Zeg maar Mama. Alsof alleen ijs halen met de fiets niet genoeg uitdaging is vraag ik de vrouwen een foto van me te nemen. Met handen en voeten "click!" maak ik het ze duidelijk. Alsof de mobiel elk ogenblik in brand kan vliegen houdt ze het voorzichtig met twee vingers vast. Even twijfelen en dan hoor ik "Click!" en de foto is gemaakt. Tien met haar zoveelste challenge zonder jeep: ijsblokken halen. Natuurlijk gaat vervolgens de familie op de foto. Het mag allemaal niet te lang duren want de zon stijgt en stijgt.
Met een "Mama, Bye bye!" wordt ik door de moeders en de kleintjes uitgezwaaid alsof ik op weg ga naar Dakar.

donderdag 2 maart 2017

11

Als de zon achter de enorme mangobomen schuift is de 'quality time' bijna daar. Nog even Malang onder de lokale douche doen - een yoghurtemmertje met gaatjes :-) - even eten,  boekje lezen, slaapliedje zingen en het licht gaat uit in Malangs koppie. Tijd voor mezelf. Het geluid van de krekels is het enige geluid. Echter..
Geklop op de deur vlak voor het eten. Het zal toch niet Isatou zijn? Een buurmeisje van  negen jaar. Gisteren kwam ze ook om die tijd en wees ik haar bruut de deur nadat ze had gezegd dat ze voor 'drawing' kwam. Maar vandaag probeerde ik te vragen waarom ze niet eerder komt. Als de zon nog niet onder is.
"I cannot...school" maakte ze  me duidelijk.  Ik opperde dat ze dan misschien s ochtends kan komen.  Want school beslaat slechts een halve dag. "I cannot..I have to work".
Shit! Ik ga haar niet weer weigeren en laat haar binnen met haar broertje en een vriendje.
"Be silent and draw". Alles gaat hier via korte opdrachten,  dat gaat me goed af. Stilletjes zitten ze te tekenen aan de lage tafel. Malang zit aan de grote tafel en speelt met een Pop-up boekje over Versaille.  Ik warm het eten op en laat het pardoes aanbranden.   Shit!  We vissen de zwarte stukjes uit ons bord.
"I am ready" zegt Isatou precies op tijd. Mooi! "For njato. .For soma!"  Tot morgen maar weer. In het donker schuifelen ze gedrieën de compound  af. Als ik ze bij wil schijnen met de WakaWaka wimpelt ze dat af. "No no..We see!"
Ik zie geen moer.  De maan komt straks pas. 
Quality Time kan beginnen, hoewel ik absoluut geen last van ze heb gehad.