vrijdag 28 april 2017

21

Je kunt van alles zeggen van Gambia, maar nooit dat het hier ooit saai is. Ja, wanneer je ziek bent. Dan zie je niemand. Maar zodra je weer op de been bent, zoals ik na twee dagen slapen, dan weet men je weer meteen te vinden. Dat klinkt als een nadeel, maar is het eigenlijk niet. Saai is het pas als ik thuis in Amsterdam tussen vier betonnen muren zit te bibberen en slechts warm wordt van een heet bad.  Waar te beginnen? Met het locale restaurantje aan de beach van Sanyang.
Ik heb besloten de kok  te steunen door er regelmatig te gaan eten. Ik ben de enige witte die het in haar hoofd haalt om aan een wankel tafeltje op een nog wankeler stoel te komen lunchen. Als ik te lang weg blijf word ik gewoon opgetrommeld. Zoals gisteren. " Where are you? How are you?"  Dat ik ziek ben doet hem schrikken. Waarschijnlijk niet omdat hij zich druk maakt om mij, maar omdat de nering achterwege blijft. Omdat ik vandaag me beter voel en slechts snotter dat het een aard heeft, bel ik hem op en doe de bestelling voor de lunch. Ja, ik kom met kleinzoon Malang en een vriendje van hem. Zij willen graag spagghetti eten met vis. ":You know what? Make two plates, one for the boys and one for us."  Ik weet namelijk dat hij niets zo gezellig vindt als samen met mij knus van een bord te eten. En zo gebeurt.
Om half vier staat hij al druk in zijn mini keukentje de maaltijden te bereiden. Frisdrank lijkt er deze keer niet te zijn en dus biedt hij de jongetjes thee aan. "Later koddi?" De jongetjes knikken braaf. Van thee worden ze niet echt heet of koud, dus laat maar. Eenmaal aan 'tafel' legt hij direct een hand op mijn dij. Iets ervan zeggen of het gewoon laten overwaaien? Ik kies voor het laatste.  Malang en Mustapha zitten ook knus naast elkaar en smullen van het overvolle bord spagghetti. Dan komt er telefoon. Reden voor hem eens even fotoos te gaan kijken. Ok, no problem. Ik leg hem een en ander uit over de school en over mijn huis in Amsterdam. Met grote interesse bekijkt hij de volle maan fotoos van mijn buurman. " Magic!" roept hij uit. "Only two weeks ago?"  Jaja, toen het ook bij ons volle maan was. Even later ziet hij een foto van Tapha en mij. " My husband"  zeg ik soepeltjes. "Still?" vraagt hij verbaasd . " Yes, still." En daar laat ik het bij. Hij kijkt stil voor zich uit. " I am a single. You have to find a wife for me". Ik ken dat. De mannen die ik tegen kom halen hun neus op voor Gambiaanse vrouwen. "They dont know what love is". Ik vertel hem dat er zeker uitzonderingen zijn. Dat mijn man ook een black is en dat er nog steeds sprake is van 'love'. De details laat ik wijzelijk achterwege. Met een zucht staat hij op en komt terug met een witte kaftan. " Look! This I wear today in the mosk.." Hij trekt hem omstandig aan en neemt een pose aan. "You dont take a photo of me?" Ik vind alles best nu hij begrepen heeft dat hij niet op een relatie met mij hoeft te wachten. Ik neem de foto en reken de lunch af. Dat is dan "two plates for the boys and two for you." Ach ach ach, ik ga dus ook zijn  lunch betalen. Ook goed. Als ik later weg rijdt en naar hem zwaai roept hij dat ik moet stoppen. "Please, send me 25 dalasis credit for my phone."
Geef een vinger, en men neme twee handen en liefst nog meer. Africa..
Onderweg belt hij nog twee maal. Ik neem niet op want ik rij. Ongetwijfeld om me eraan te herinneren. Eenmaal in Gunjur koop ik credit voor mezelf en ook voor hem. Hij belt niet meer. Ook niet om te bedanken. Alles went.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Kan hier..