maandag 29 mei 2017

30

Hot hot hot. Het hete seizoen is begonnen en 6x per dag een emmer water over de kop is geen uitzondering. Het betekent tevens cashew en mangoseizoen. En dat betekent behalve genieten van de sappigste mango's ook een hoop narigheid. Vandaag was ik daarvan helaas weer eens getuige.
Om tien uur, ik had net de pollen citroengras gesnoeid en bewaterd, ging de telefoon. Malangs moeder, tevens hoofd van de Preschool.
"MamaTin, can you do us a favour please? Sibou fell down after hearing one of her relatives passed away."
Ok, ze zal wel niet gevallen zijn, maar flauw gevallen denk ik.  Dus check ik dat even voor de zekerheid.
"Yes she is conscious" waarmee Matou bedoelt dat ze nog steeds buiten westen ligt want "we dont know what to do. We cannot reach nobody."
Sibou is mijn naaste buurvrouw en werkt als schoonmaakster op dezelfde school als Matou.
"Give me 15 minutes to close the house and put clothes on please."
Zijknat van het zweet  gooi ik maar weer een paar koppen water over mijn lijf en schiet in de eerste de beste Afrikaanse broek. Start de jeep en race naar de school. Sibou ligt in het zand met haar zware lijf en geeft geen krimp. Dat wil zeggen, als we haar proberen op het matrasje te leggen dat ik vliegensvlug in de jeep gesmeten heb, protesteert ze hevig met haar te sterke armen.
Ik ben geen dokter, geen nurse, weet niets van ehbo, behalve dat ik me iets herinner van het hoofd recht leggen zodat de luchtpijp niet afgekneld wordt. Wat is er gebeurd?  Haar kleinzoon van negen was in de mangoboom geklommen en eruit gevallen. Nek gebroken. Dood. De zoveelste.
Als ik haar naam noem en zeg dat ik het ben doet ze zowaar een oog open. Naar de kliniek maar lijkt me. De vrouwen met hun sterke armen slepen Sibou aan handen en voeten naar de jeep. Ik heb nog net tijd om het matrasje erin te persen. Half liggend/zittend in het bakkie achterin, rij ik even later met een collega van haar naar Gunjur Clinic.  Daar krijgen ze haar wonderwel bovenop een te smal bedje. We moeten voor haar blijven staan om te zorgen dat ze er niet afduvelt. Een vrouw in 'burger'  met kindje op de rug probeert een bloeddrukmeter aan te sluiten. Helaas. De batterijen zijn leeg. Dan komt ze terug met een injectiespuit. Wat daar in zit vraag ik.
"Diazepam."
"Because of the stress?"
"Yess, to down the stress because of her grandson."
Dan wordt er een infuus in gebracht. Waarom dat dan?
"Because she is vasting. Normally we give her drink to make her awake, like tea or attaya."
Ik snap het zowaar en ben blij dat ik me niet door een eerste indruk heb laten beinvloeden. Eigenlijk doen ze het best goed. namelijk.
Denkend aan wat Malang laatst zei toen hij in bad zat: "..I like toubab fingers.. " , aai ik Sibou over haar wang . Ze grijpt mijn hand en spert beide ogen wijd open. "Yes, Yes, Thank you.."

Ondertussen is er een oudere vrouw binnen gekomen in een lichtblauwe lange doktersjas. Nee, deze kliniek heeft geen dokter, alleen verplegers, vertelt de infuus verpleegster. "For serious things we have to go to Brikama."
Ongelovelijk. Een dorp met meer dan 20 000 inwoners en geen dokter!
De oudere vrouw draait zich om naar mij en knikt bevestigend. Ik herken haar als de vroedvrouw die Malang ter wereld bracht. Zittend bovenop Matou's buik perste ze uiteindelijk het veel te grote koppetje naarbuiten.
"Binta, is you?" vraag ik.
"Yes, is me.." fluistert ze.
" Ik ben het, Tineke Two, Malangs Grandmother.."
Ze lacht vermoeid en schuifelt heen en weer op haar versleten slippers.
"Yes I remember. I do not see him or Matou for a long time.."
Ik laat foto's zien van Malang en vertel dat hij bij mij woont als ik hier ben.
"Good, good, but I have to ask you something.."
Ze laat er geen gras over groeien. Vertelt dat ze een huisje huurt voor 900 dalasis per maand, maar dat ze een huis elders heeft waar alleen de toiletvloer nog in gelegd moet worden. Of ik haar een paar zakken cement kan geven. Al toon ik het niet, ik ben direct om. Ze heeft Malang ter wereld gebracht en duizenden andere babies. Ze verdient het.
"Lets go and have a look at the house when you are ready with work, ok?" suggereer ik.

Ondertussen zie ik Sibou voorbij schuifelen aan de arm van haar collega.
"Ready" roept die, alsof er zojuist een klusje gedaan is.
We hijsen Sibou deze keer op de voorstoel en rijden naar haar huis. Niemand thuis en geen sleutel. Het matrasje doet wonderen. We leggen het op de redelijk koele veranda en even later zit de halve familie erop en kan Sibou nog net op het eindje liggen.
Inderdaad: ready! Klus geklaard.
Op naar Omar om de carburateur na te laten kijken want tien keer afslaan op een ritje van tien minuten is niet normaal.
De schat lost het in even zovele minuten voor me op en ik rij terug naar de kliniek om Binta op te halen.
We rijden naar haar huis. Inderdaad half af. Maar voor haar is het slechts nodig dat het plat getrapte zand buiten vervangen wordt door een laagje beton. De muurtjes voor het openlucht 'toilet annex badkamer' staan al.
"You just pay the cement to the shopkeeper. I want nobody to know it. Some boys pick it up tonight."
Efficient geregeld. Ik rij naar Kawsu en betaal twee zakken. "Dont say nobody.."

Zucht het is inmiddels half drie. Ik heb honger, wil koffie  drinken met gesuikerde melk en grote koppen water over mijn lijf.
Even later lig ik wijd uitgespreid op bed en val in slaap.

donderdag 18 mei 2017

29

Rust, rust, rust. En echte koffie na teveel hectiek vanochtend.
De wolken jagen door de lucht. Klimaatverandering. Waarmee hier voornamelijk wordt bedoeld: het regenseizoen komt eraan. Van mij mag het, regen. Dat scheelt een hoop emmers sjouwen. Hoewel het er op lijkt dat ik eindelijk iemand bereid heb gevonden de bananen water te geven. Tweeentwintig bomen een emmer per keer. Uit de put die vrijwel droog staat en dus moet je een flink eind omhoog trekken.  Saynee is weliswaar al twee dagen niet geweest om te bewateren, maar hij weet wat hij doet sinds ik besloten heb dat hij de bananen mag hebben als ik weg ben. Die kan hij goed verkopen want bananen is busyness.

Ik had de school beloofd gisteren te komen. Lukte niet. Vandaag dan. Later. Niemand houdt zich aan een afspraak en ik lijk besmet. Teveel rugpijn gisteren deed me besluiten vandaag NIETS te doen. Sponsordochter is hier weer even en zou Malang naar school helpen. Maar natuurlijk werd ik klokslag kwart voor zeven wakker. Dan kan je ook wel opstaan. En om alles uit te leggen aan Mama, ik doe het drie keer sneller zelf. Dus Malang gewekt, kop water over zijn hoofd en aankleden. Shit! Weer eens geen uniform! Die geef ik mee om te wassen maar komt niet terug als ik niet vijf keer woest wordt. Ik trek hem een korte broek aan en zeg dat hij het daar maar mee moet doen. Lang gezicht. Bellen met zijn moeder dan maar. Waar alles blijft. Als een kind geeft ze Malang de schuld van alles. Hij doet dit niet, hij doet dat niet. En ze vertelt bijna met trots: " I beat him seriously two days ago, so heavy that the other teachers had to stop me.."
Ik val stil. Hij had me weliswaar verteld - met droge ogen - dat Matou hem geslagen had met de telefoon charger.  Maar dat het zo erg was wist ik niet. En waarom? Ik besluit naar school te gaan om verhaal te halen en om zeker te weten dat hij direct naar school gegaan is. Boos start ik de jeep en beveel hem voor me uit te rijden naar school.  Daar tref ik zijn moeder zowaar. Ik vraag haar waarom ze hem zo geslagen heeft. Waarom ze mij niet belt. Hij was vanuit de Roundhut niet naar school gegaan, maar naar zijn huis, zegt ze. "Curious because of the circumsision thing" . Iemand had hem op zijn fiets gezien en van de gelegenheid gebruik gemaakt om hem om een boodschap te sturen. Om kwart over negen verscheen hij uiteindelijk op school. Drie kwartier te laat. En werd door zijn moeder - vervangend hoofd van zijn school - in elkaar geslagen.

Probleem is dat er niet gecommuniceerd wordt. Niemand vertelt me iets en Malang uiteraard helemaal niet. Ook dus niet dat hij elke dag te laat op school komt. Ik voel een schuldgevoel opkomen. Van mij moet hij pap eten voor hij naar school gaat. En daarna zijn tanden poetsen. Hij is niet wakker te krijgen en niet vooruit te branden. Vaak tref ik hem op zijn bed en zit uitgebreid zijn armen en benen in te vetten. Niet wetend - hoe zou ik het moeten weten? - hoe belangrijk dat hier klaarblijkelijk is, beveel ik hem te stoppen met dat gesmeer en op te schieten.
Ik loop naar zijn klas en speur tussen de uniformpjes naar Malang. " He is not there" zeg ik verbaasd tegen zijn moeder.
"No, I sent him home to put creme on his arms and legs."
...... zucht.....
...... tel tot tien Tien...
"You send him home for creme so he will be back late at school?!? " vraag ik ongelovig.  Ik voel een woedeuitbarsting aan komen en steek een sigaret op. Probeer zo beschaafd mogelijk te zeggen " are you crazy? You beat him because he comes late at school and now you send him!"
"Sorry Mama, sorry.." is het enige dat ze terug kan zeggen. Ik probeer het woord inconsequent uit te leggen, maar geef het al gauw op. De hele Afrikaanse maatschappij is inconsequent. Iedereen doet maar wat, zonder enig idee wat er uit voort kan komen.
Op het zandweggetje voor de school wacht ik Malang op. Die komt niet. Zeker weer naar de shop gestuurd door iemand.
Ik wordt gillend gek hier af en toe..

dinsdag 16 mei 2017

28

Update watersysteem Medina Kunkunding school

Om kwart over acht 's ochtends word ik gebeld. FlevoTrading, het bedrijf dat de borehole gaat plaatsen. Hollandser kan het niet: afspraak nakomen en nog op tijd ook. Ik ben er niet meer aan gewend. Snel de planten water geven, de poezen eten, pap koken, Malang naar school helpen en niet vergeten een onderbroek aan te doen voor ik wegga. Om half negen sharp spring ik in de jeep op weg naar de garage, vanwaar ik de werkers naar de school zal dirigeren. Zigzaggend door de bush even later, met de truck in mijn kielzog, vraag ik me af of ik de weg naar school ooit uit zal kunnen leggen aan iemand. Verharde paden tussen palmbomen en kale struiken. Vierde struik rechts, derde stronk links? Nee dat wordt nooit wat.
Luid gezang klinkt er door de open ramen naar buiten. Schelle kinderstemmen, minstens zestig tegelijk, oorverdovend. Afrikanen moeten beslist een ander strottenhoofd dan Europeanen hebben zo schel en hoog en keihard is hun stem soms.
Als we de compound oprijden zie ik direct al een ijzeren 'toren' op zijn kant in het zand liggen. Ernaast prijkt een blauwer-dan-blauwe watertank van 2000 liter. Huh? Swegam zal dat niet al geleverd hebbben? De drie  mannen van FlevoTrading staan met vragende gezichten voor me. Waar ik de borehole gedacht had. Help! Weet ik veel!
"One moment please, I phone Swegam" klink ik onwaarschijnlijk professioneel. Niemand te bereiken. De mannen huppen ongeduldig heen en weer. Nog maar eens proberen, het kantoor dan maar. Eeen stuk minder professioneel vraag ik paniekerig of mister Cole echt niet te vereiken is. Urgent! Dan hoor ik de zachte lage stem van hem.
"Please mister Cole, They ask me where to put it. I dont know!!"
Hij buldert een prachtige lach in mijn oor. "Three meter outside the well.."
Ik geef opgelucht mijn mobiel aan een van de mannen om instructies te krijgen en even later gaat de schop in de grond. Drie meter vanaf de put. Niet voordat het houtskool is aangestoken om attaya te maken. Want werken zonder de loeisterke thee in kleine glaasjes is ondenkbaar.

Op een afstand zie ik Mariama, het hoofd van de school aankomen. Shit! Geen tijd genomen om ze te begroten. Zo op het doel afgestevend. Achter haar aan komt Ansumana de Deputy ( vervangend hoofd) en Lamin de senior teacher.  Van mijn excuses willen ze niets weten. Als ze me hadden mogen kussen hadden ze het gedaan. Met twee handen worden mijn handen gegrepen, lachende gezichten knikken in de richting van de watertank.
"From who is this? From You??"
Hahaha, nee hoor, niet van mij, althans, zolang ik  het resterende sponsorgeld nog niet betaald heb.
"Who bring this?"
Ik wijs met een vinger in de lucht en grap: "Is God I think.."
Verbaasd hoofdschuddend kunnen ze niet geloven wat daar in het zand ligt. De tweede watertoren met de grote tank.
"For sure, it must be God.."
"Is mister Cole from Swegam,  he brings it" help ik ze uit de droom.
"Yeah Yeah Yeah..it must be him" knikken ze gedrieeen bevestigend.

Ondertussen is het vierkante gat in de keiharde grond al een flink stuk gevorderd.
"He is fifty eight!" Lookl!" roepen de twee andere werkers die voornamelijk bezig zijn met roken en attaya maken.
Grappig, men heeft het hier nooit over leeftijd en ik weet even niet of ik het wel goed begrepen heb.
"Yes yes, is an old-pa.. look!"  Ik bekijk de  man in overall die schep na schep in de grond ramt. Ik geef hem niet meer dan vijfenveertig.
" I am much older, nine years older.. he is just a young boy.." lach ik naar ze in mijn aangepaste Engels.
Young boy.. iets leukers hadden ze nog niet gehoord en slaan zich op de dijen van het lachen.
Ik herhaal het nog maar eens. En de man? Hij glundert!
Morgen komt de grote machine om het gat te boren. Of we nog wel even willen zorgen dat de palmbladeren fence afgebroken wordt zodat de truck erdoor kan. Ja hoor, alles kan, we staan nu voor niets meer!

zondag 7 mei 2017

27

Verhalen te over. Waar te beginnen? De kapot geslagen boot beschreef ik al. 
Ik schreef nog niet over de toubab in kaftan die hoogst geïnteresseerd zich ongetwijfeld allerlei onzinverhalen op haar fladderende mouw laat spelden door jonge ganja rokende rasta bumsters die lui wijdbeens - redelijk provocerend - achterover hangen in een zogenaamd klaarstaande reddingsboot.  Maar waarvan ik me afvraag hoe ze dat denken te doen zonder peddels en/of motor.

Niet over de jonge visser die begint de kilo vers aangekochte tong (vis) het vel af te stropen terwijl ik dat liever zelf doe zodat ik de resten aan de poezen kan geven. Wiens baas stom verwonderd de 100 dalasis aanpakt terwijl ik niet om de prijs gevraagd had. Alleen gezegd: "..net als laatst..". En vervolgens hem de rug toekeerde en wegsjokte met mijn kilootje hotel-vis. Want Gambianen eten dat niet, zeker te weinig vlees.

Niet over Saliem de kok die probeert op tijd - vijf uur in de namiddag - in zijn restaurantje aan de beach te zijn opdat hij zijn enige goed betalende klant, ik  dus, niet misloopt. En die tegen beter weten in hoopt met mij aan te kunnen pappen. "Here Mama!" en hij steekt me uitdagend een vork met glinsterend gele mango in mijn mond. En die me na het eten naar de jeep brengt en zich pontificaal tegenover me opstelt alsof hij me direct ten huwelijk zal vragen. Waarop ik hem nog maar eens verduidelijk dat ik nog steeds getrouwd ben maar dat we goede vrienden kunnen zijn. Waarna hij me een dikke zoen geeft. Heimelijk achter de palmboom zodat zijn 'klanten' het niet zien.

Niet over de visverkoper die op zijn gammele herenfiets twee overvolle tassen bonkavis aan het stuur vervoert. En achterop nog eens een loodzware krat met daarop nog eens wat zakken vis onder een teil en die zich moet laten aanduwen in het mulle zand omdat hij anders niet wegkomt. Van wie ik een tonijn kocht voor 50 Dalasis, waarvoor ik eerst nog 150 moest betalen. Toubab! Witte!

Niet over Nederlandse Marco die plots voor me stond op het strand, in bloedheet vuil motorrijders offroad-pak. Lekke band. En die me een praktijkcursus binnenband verwisselen gaf. En wiens 71-jarige Engelse motormaat een leuke vent bleek met veel humor en een veel te harde stem die Marco commandeerde hoe hij het moest doen. En bij wie ik morgen maar eens op de koffie ga in Sifoe. Notabene maar een dorp verderop. En die in een 'mud-hut in the bush' woont, maar dat is een grap want hij heeft een prachtig huis zegt Marco. 

Niet. Niet. Ik heb het er niet over. Het is teveel om op te schrijven.
Saliem kookt mijn potje en ik overdenk wel de dag.

26

Langs de vloedlijn van het toeristenstrandje staan mannen gebukt te hakken. Het wekt mijn nieuwsgierigheid. Half onder zand ligt een boot, in stukken getrokken. De lijn waaraan hij vast zat ligt nutteloos aan de zandzak iets verderop.
Ik vraag wanneer het gebeurd is.
"I dont speak English" antwoordt een van de mannen in keurig Engels. Een tweede haakt in als ik in het  Mandinka vraag: "Koenoeng? Yesterday?"
"Ha ha..yes yes.. the wind was too hard. The rope break. Is my boat."
Met een spijtig gezicht mompel ik "mas..mas..sorry".
"I repair" zegt de eigenaar de losse planken en stukken geteerd jute bekijkend.
Verderop dobberen de andere bootjes. Ogenschijnlijk vredig in de zon.  Maar als de nacht komt en daarbij de wind, dan moet je van goede huize komen. Een stevig touw aan een sterk anker, of wat daarvoor kan dienen.
Op de vale bedjes onder de rieten parasols liggen enkele  toeristen te slapen of te lezen. Niemand lijkt interesse te hebben in het kleine drama dat zich afgespeeld heeft. Want geen boot, geen eten, kort door de bocht.
Steeds zwaardere hamers slaan dikke stukken hout in het zand tussen de geverfde planken. Loswrikken wordt steeds lastiger nu het water snel opkomt.
De eigenaar van de boot rolt het overgebleven touw op. Er is niet veel anders te doen dan om beurten op de resten van de boot te rammen, ten einde te redden wat er te redden valt.

woensdag 3 mei 2017

25

De pen leek even opgedroogd, maar hier is niets wat het lijkt. Dus ook een lege pen niet.
Alweer 29 dagen voorbij. Tijd om een stempel te halen bij de Immigratie dienst en 1000 dalasis betalen. Na drie keer vond ik het mooi geweest. Verzin een list.
Niet zo moeilijk als je dichtbij Casamance zit, in Zuid Senegal. Je hoeft alleen maar twee dorpen verderop te rijden en met een piroque over te steken. Zelfde dag weer terug en je hebt je gratis stempel.
Dat weet de dienstdoende ambtenaar ook wel, dus werd ik ondervraagd over het wie-wat-waar-waarom.
Nu waren we erg laat, half drie, dus moesten we een slim plan uitdenken. Mama en ik zouden zeggen dat we geld moesten brengen naar het eerste dorp in Casamance, Njafrang. Eenmaal aan de overkant zouden we ontdekken dat we het geld vergeten hadden en dus snel terug gingen om het op te halen. Stempel in paspoort om Gambia weer binnen te gaan en klaar.
Niet dus.
A. Ik was een dag te laat ( boete)
B. Mama was haar ID-card vergeten.
C. U moet gewoon 1000 dalasis betalen.

Ahum. Op welke toer gaan we nu weer?! De vrijwilligers? De niet-toerist? De Half Gambiaan?
Hoe het precies ging weet ik niet na al ons gedraai, maar plots kwam meneer met het Residenten plan.  Eenmaal zestig euro betalen voor een heel jaar en verder geen gezeur. Nu had ik dat al veel langer overwogen, maar het ontbrak me aan moed om die administratieve rompslomp op te starten. Naar hier, naar daar, dan naar elders en dan weer drie keer terug.
"No NO, it is they just do not know it." En hij schoof me een papiertje toe met zijn telefoonnummer. Ongelovig staarde ik hem aan. Wat moest ik daar dan mee?
"You phone me when you want your Residence card and I will tell you where I am at that moment. "
Wel erg eenvoudig. Meteen morgen dan maar? Pasfoto's laten maken en de man opbellen. Doen we!
En dan komt het toetje. Het addertje onder het gras: "Holland people are very good. They sponsor. I have to kids. They need sponsor!"
Lachend wijs ik op Mama.
"Look, I sponsor already one! Ten years already!"
"Two more!" houdt hij vol. Maar ik heb inmiddels mijn gratis stempel in mijn paspoort en zwaai lachend naar hem als ik terug loop naar de jeep.
"For soma!! Tot morgen!"
Als we de hoek om zijn gieren we het uit als tieners.
"You are bandito!" lacht Mama. "Big big Bandito"
Een prachtig compliment na een leuk avontuur. Want aan de overkant zijn we gezellig gaan wandelen door de Bush. En na een uurtje weer terug met de piroque. Omringd door pelikanen op het water.

dinsdag 2 mei 2017

24

Het is een rare dag vandaag. Een verdrietige dag vooral. Een buurmeisje van verderop is in de put gevallen en overleden. De stemming is bedrukt onder de mensen. Men praat er niet over, tenzij ik erover begin. Wat ik na twee  keer niet meer doe. Niets is zo moeilijk als in te schatten - weten kan ik het niet - hoe je je in zo'n geval moet gedragen. Tot die tijd houd ik me stil en wacht af. Maar mijn gedachten zijn bij de moeder, de oma, de broers.
Rond half drie besluit ik de school te bellen. Die weten vast meer over de tijd van de begrafenis .
" We just came back from the burial"  zegt teacher Ansumana met zachte stem. Wat kan ik doen vraag ik hem.
"I should sympatise, is not it?" Mijn medeleven tonen. Maar waar is de compound precies?
"Some of us can go with you" suggereert hij.
En zo rijd ik even later met een juf van school over het hobbelie-hobbelie zandpad, links -rechts laverend om al te grote kuilen te vermijden, naar de getroffen familie.
Wat moet ik in vredesnaam zegen behalve "mas mas mas" sorry sorry sorry?!
De volgende minuten repeteer ik tien keer in het Mandinka: "ik ben gekomen voor de begrafenis."
Als we de compound oplopen is er geen geluid. Onder de veranda zitten en liggen de vrouwen. In stilte. Onder een afdakje verderop zitten de mannen. Verslagen. Ik laat me de moeder en de oma aanwijzen. De vader, een visserman, was al eerder op zee gebleven. Een jonge vrouw van ik schat nog geen dertig zit op het stoepje. Van enige trotse houding is geen sprake meer. Hoe moet ik die vrouw troosten. Probeer het maar niet Tien. Toch volg ik mijn eigen gevoel, geen idee of dat iets is wat notdone is hier. Ik leg mijn arm om haar heen en streel haar wang. Fluister dat het te erg is. Gewoon in het Nederlands. Woorden schieten toch te kort. Een droge snik. Geen tranen. In shock waarschijnlijk.
En dan te bedenken dat zij het kind naar de put gestuurd had. Er wordt verteld dat ze zichzelf er achteraan wou werpen. Niet alleen je kind kwijt maar ook nog een huizenhoog schuldgevoel. Absurd misschien, maar ik denk het te begrijpen.
It is all too too too sad.
nb op de foto's : onze put, voor en na.
Direct vandaag opgehoogd!